zaterdag 12 februari 2011

Vrijwilligerswerk in de praktijk

Door Zoë Bogaarts

Er is mij gevraagd of ik een stukje wil schrijven over het vrijwilligerswerk wat ik doe. Ik neem namelijk deel aan een mentorproject. Dit project houdt in dat je gekoppeld wordt aan een jongen of meisje uit groep 8.

Het doel is dat je jouw mentorkindje begeleid op weg naar de brugklas en tijdens de brugklas zelf. Je helpt en begeleidt zowel op didactisch als op sociaal/emotioneel niveau. Je neemt als het ware de rol van ‘grote broer/zus’ aan.

De docent van de basisschool geeft aan of een kind baat zou hebben bij een mentor. Dit kan zijn omdat het kind sociaal wat zwakker is, hulp nodig heeft bij bepaalde vakken of omdat het kind in een ‘probleemzone’ zit (hiermee bedoel ik dat wanneer hij/zij de verkeerde mensen tegen zou komen, dat het kind weleens op het verkeerde pad terecht kunnen komen).

In de weken voor de zomervakantie (wanneer het mentorkindje nog in groep 8 zit) is het de bedoeling dat je kennis maakt met hem/haar en zijn/haar familie en tevens een vertrouwensband opbouwt. Je spreekt op regelmatige basis met elkaar af en gaat samen iets ondernemen. Wanneer het kind in de brugklas zit, help je met huiswerk, met problemen op school of met vrienden. Tevens kun je de ouders helpen door bijvoorbeeld mee te gaan naar een ouderavond, het lezen van een brief vanuit school, enz.

Zelf ben ik gekoppeld aan een Turks meisje, Betul. Het is een gezellige, sociale en kletsgrage meid. Ik zie haar anderhalf uur in de week en het gaat heel goed met haar. Voor de aanvang van de zomervakantie hebben wij voornamelijk ontspannende activiteiten met elkaar ondernomen. Dit omdat wij elkaar dan beter konden leren kennen en om zo een band op te bouwen. Ook heb ik in die tijd kennis gemaakt met haar ouders om hen te leren kennen en om ook met hun een vertrouwensband op te bouwen.

Betul en ik gingen in die tijd samen frisbeeën, naar de stad, voetballen of gewoon een beetje kletsen. Ook zijn wij samen naar haar (toen nog) toekomstige school gefietst om zo te kijken hoeveel tijd ze kwijt zou zijn met de rit. Dit hebben we twee keer gedaan. Zo was de route voor haar bekend en zou ze minder zenuwachtig zijn om de eerste keer naar school te fietsen .
We hebben samen haar schoolspullen en boeken gehaald en leerde elkaar steeds beter kennen.

Sinds Betul op de middelbare school zit, spreken we wekelijks met elkaar af. Over het algemeen maken we alleen samen huiswerk en help ik haar met het leren van proefwerken en overhoringen. Maar tussen neus en lippen door merk ik dat Betul mij allerlei vragen stelt over zaken die bij de puberteit horen (vriendjes, uitgaan, vriendinnen, ruzies, enz.). Ze ziet mij daadwerkelijk als een soort grote zus en stelt mij vragen die ze aan haar moeder niet durft te vragen.

Haar ouders zijn erg gastvrij en vragen mij regelmatig of ik blijf eten of nodigen mij uit voor feestdagen (bijvoorbeeld Suikerfeest). Ook krijg ik regelmatig lekkernijen mee naar huis die moeder zelf gebakken heeft.  Ik vind het mooi om te zien dat ik zo met open armen ontvangen wordt in hun huis en dat zij mij ook met hun dochter vertrouwen.

Ik vind het een leerzaam en leuk project. Ik leer over de omgang met een meisje dat aan de begin van haar pubertijd staat, ik leer meer over de Turkse cultuur, ik heb het idee dat ik een klein zusje erbij heb en ik heb het idee dat ik bijdrage lever aan een prettige voortzetting van Betuls middelbare schoolcarrière.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten