vrijdag 27 september 2013

Is de burger nog te vertrouwen

Betrouwbaarheid van het burgervertrouwen!?
Het lijkt verbijsterend, maar het blijkt uit onderzoek van het Nipo. De Nederlandse burger heeft meer vertrouwen in de banken dan in de overheid om een oplossing voor de crisis te vinden. Is ons collectief geheugen zo slecht? Het was toch het onverantwoord omgaan met geld door de banken, dat aan de crisis ten grondslag lag? En was het juist niet de overheid die als reddende engel moest optreden? En was het ook niet de overheid die moest ingrijpen toen bleek dat in semipublieke of geprivatiseerde  instellingen van  zorg, onderwijs en woningbeheer verkeerd met geld werd omgegaan en megalomane bestuurders zich daarmee verrijkten?  Waarom dan nu zo afgeven op diezelfde overheid? We kunnen er lang en breed over speculeren, maar het lijkt erop dat mensen hun oordeel vooral vormen aan de hand van de meest recente gebeurtenissen en de berichtgeving daarover. Voor wat betreft de overheid leggen burgers, mede op grond van informatie in de media, de schuld gemakkelijk bij de overheid als op de derde dinsdag in september wordt aangekondigd dat we voor het zoveelste jaar achtereen moeten inleveren. Daardoor zijn mensen teleurgesteld, en dat wordt omgezet in het zoeken naar een zondebok. Dat is in veel gevallen de boodschapper van slecht nieuws, dus nu de huidige regering. De coalitiepartners staan er in de peilingen dan ook slecht voor. En waarom lijkt het in onze buurlanden beter te gaan?  Ons land deed het toch zo goed, en daarom zouden we spoedig sterker uit de crisis komen. Nu hebben we het nakijken. De Belgen lachen er om, en de volgende grap gaat rond: “Weet je hoe je rijk wordt? Ge koopt een Hollander voor wat hij waard is en ge verkoopt hem daarna voor wat hij denkt dat hij waard is”. 
Ondanks dat we nog een rijk land zijn, vinden we dat we het beter moeten hebben dan anderen. Van de Grieken vinden we het terecht dat ze de broekriem aan moeten halen, maar zelf zijn we daartoe nauwelijks bereid. De SP-socialisten zijn van mening dat de overheid niet moet bezuinigen, maar juist moet investeren, ook al loopt het begrotingstekort dan op tot boven de Europese afspraken. Er wordt van uit gegaan dat elke generatie het beter (lees: rijker)  krijgt dan de generatie ervoor. En dus wordt een boodschap van bezuinigen moeilijk geaccepteerd, zeker als reclame, bepaalde politici of media ons steeds maar meer welvaart beloven. Sommige onruststokers buiten de crisis uit om de tegenstellingen tussen maatschappelijke groepen te voeden, wat weer voor beroering zorgt. Terwijl we nu juist rust en solidariteit nodig hebben, en moeten vertrouwen op mensen die er de schouders onder willen zetten.
Dat iedereen naar vermogen moet bijdragen is de boodschap van de participatiemaatschappij. Niet overal tegen aan schoppen en verwachten dat je alles maar krijgt wat je verlangt, maar zelf actief zijn om de samenleving goed te laten functioneren. Bijna iedereen kan actief een steentje bijdragen in zijn of haar rol als lid van de samenleving. De waardering en bevrediging die dit oplevert is meer waard dan financiële rijkdom najagen, al moet gewaarborgd worden dat in principe voldaan wordt aan basisbehoeften zoals voldoende eten en drinken, een dak boven het hoofd, veiligheid en zorg bij ziekte en onvermogen. Dit is een maatschappelijke taak waarin de overheid kan inspringen als er in de samenleving hiaten vallen.
Mijn moeder, die leefde in de vorige eeuw zei al: van soberheid kun je ook genieten en leren. Rowwen Hèze zingt: “soms is het niet erg iets moois te verliezen; beter verliezen dan dat je het nooit heb gehad”. Beide principes, leren leven en genieten in schaarste, en goed omgaan met verlies zijn belangrijke menselijke leerervaringen die haaks staan op de dagelijkse consumptiedwang. In deze maatschappij leren we niet om te gaan met verlies en imperfectie, omdat dit wordt ontkend of verborgen.  We kunnen niet teruggaan in de tijd, maar wel leren van perioden waarin schaarste de regel was en solidariteit het middel om ieder toch het nodige te geven. Gelukkig bestaat dit nog op een aantal plaatsen, en met het verminderen van de welvaart zien we ook nieuwe initiatieven om samen goed met minder om te gaan. Van reparatieateliers tot ruildiensten, en van vrijwilligerswerk tot mantelzorg. Misschien markeren zij de overgang naar een nieuwe tijd, waarin het behoud van het goede meer wordt gewaardeerd dan het ongebreideld consumeren.

vrijdag 20 september 2013

Bruisende club


Doe mee met een positieve club
De tijd van mooie beloften komt er aan. De eerste politiekeadvertentie heb ik al zien staan. Als PvdA hebben we de afgelopen jaren constructief oppositie gevoerd. We zijn trots op de grenzen die gesteld zijn in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied als het gaat om Intensieve Veehouderij. Anders dan provinciaal hebben we in Oirschot wel het lef gehad de daad bij het woord te voegen om niet langer te accepteren dat er overbelaste milieusituaties in ons buitengebied blijven bestaan. Financieel hebben we ons best gedaan hethuishoudboekje op orde te krijgen en sociaal maatschappelijk werken we samen aan een gezonde gemeenschap.
Ondanks hand- en spandiensten van de oppositie heeft de Coalitie het laten afweten als het gaat om een activerend  beleid richting Samenleving en het uitwerken van een Gemeentelijke organisatie die beter aansluit op de dynamiek in de gemeenschap.
Richting toekomst zullen er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden
Kiezen we om sloten te vegen en de belasting teverhoging.
Voor investeren in zorg, opvang of subsidies van kunst en cultuur
Voor investeringen in jeugd- en jongerenwerk of extra financiering voor sport accomodaties.
Er is ook nog een andere weg, met zijn allen kunnen we op een creatieve manier veel voor elkaar krijgen. Samen opknappen van de Ramblaz, de bonte avond, Beers gebuurt, G-voetbal, dorpenderby, ODI tornooi, Pinksterfeesten,  kunstroute, etc. Voor al die mooie dingen hebben we amper een gemeente nodig, hoogstens wat aanmoediging en wat praktische medewerking.
Als PvdA zeggen we blijf niet aan de kant staan, denkt net als Corné, Ward, Sofie, Jack, Karlijn en Thomas (onze nieuwe aanwas) met ons mee. Bij de PvdA is er ook voor jou een plek,  passend in je drukke agenda, om mee te denken en te werken aan een participerende overheid. Een bijdrage leveren aan een bruisende, creatieve, duurzame en sociale gemeenschap is jou en onze uitdaging en droom. Je bent welkom op onze fractievergadering op donderdag 19 september vanaf 20.00 uur in de Kemphaan in Middelbeers.
Je kunt ons ook volgen op http:// rafdaenen.blogspot.com en  op twitter @RafDaenen kom je regelmatig onze standpunten tegen. Kortom er zijn meerdere wegen om  op een eigentijdse en creatieve  wijze een bijdrage te leveren  aan het gedachtegoed van Oirschot de Beerzen richting toekomst. Mocht je meer dan normale interesse hebben doe dan een belletje naar 0646298931,dan maken we een afspraak om eens bij te praten.
Namens PvdA Oirschot de Beerzen,
Raf Daenen & Afra Pronk

dinsdag 10 september 2013

Onbegrijpelijke overheid



De Nationale ombudsman heeft een aantal stevige uitspraken gedaan over de relatie overheid-burger, zoals: 'burgers raken te vaak de weg kwijt in alle regelzucht'
Hoe kun je als burger in de wirwar van regels en procedures nog iets doen voor een uit bed gevallen oudere?
Het is gemakkelijk om van achter een bureau dit soort situaties te schetsen. Maar om te oordelen is verdieping, wijsheid, geduld en relativeringsvermogen nodig.
,,We mogen niet uit het oog verliezen dat de meeste mensen deugen en gehoorzaam zijn." Het handelen van een overheid op basis van wantrouwen is het paard achter de wagen spannen.
Inmiddels hebben we door het uitvergroten van incidenten meer aandacht gekregen voor straf en controle dan voor positieve aanpakken. Politici wekken door regels en procedures graag de indruk dat alles beheersbaar is. Maar daardoor is wel een onwerkbare jeugdzorg geschapen en onze gemeenteambtenaren rapporteren zich een ongeluk.
Mensen hebben behoefte aan sturing, opvoeding, steun en positieve bevestiging. Een financiële crisis is alleen te overwinnen door een positieve grondhouding uit te stralen. De beste bezuiniging wordt gerealiseerd door verantwoordelijk en creatief burgerschap, een dienende en verantwoordelijke overheid en voorbeeldgedrag van sleutelfiguren.
Met samen werken aan samenleven lossen we problemen op, maken we het mensen met een zwaar leven dragelijker, worden we weer trots op elkaar en denken we in mogelijkheden in plaats van beperkingen.
Willem Vermeulen, Raf Daenen

dinsdag 3 september 2013

Allemansvriend


Verbinden en leiden
Als politicus sta je voortdurend voor de vragen: “op welke ontwikkelingen moet ik wel en niet reageren”, en “hoe zal ik reageren?”. Ik kan uit ervaring zeggen dat het soms verleidelijk is om op elke gebeurtenis of gerucht in te gaan. Maar het kan schadelijk zijn om onmiddellijk te reageren zonder je in standpunten te verdiepen of zonder feiten te checken. Als je er direct vol ingaat, lijkt het dat je actueel en scherp bent. Maar als je vervolgens gespierde taal gebruikt om durf uit te stralen, doe je al gauw ongelukkige uitspraken waar je niet ongestraft op terug kunt komen. Ik vind daarom dat je goed moet overwegen waar je wel op ingaat en waarop niet. En je moet oppassen met het voor de vuist weg reageren. Het is meestal beter om eerst van verschillende kanten informatie te verzamelen of standpunten te horen. Dat betekent dat je met verschillende partijen of belanghebbenden contact opneemt. Ik zit meestal op de lijn van hoor en wederhoor. Blijkbaar kan dit het beeld oproepen dat je beschouwd wordt als iemand die met iedereen mee praat. Dat overkwam mij onlangs, toen ik op een feestje aan de aanwezigen werd voorgesteld en er bij werd gezegd: “wie is niet de vriend van Raf Daenen?” Vervolgens werd ik door een van de aanwezigen betiteld als “allemansvriendje. Ik moet zeggen dat dit me persoonlijk raakte, maar het heeft me ook aangezet tot nadenken over mijn aanpak en het beeld dat sommigen van mij hebben.
Ik zie twee manieren waarop je kunt proberen om een impuls te geven aan gewenste veranderingen in de samenleving. De ene manier is ver uitlopen voor de muziek, en als visionair schetsen wat er allemaal moet gebeuren om maatschappelijke problemen op te lossen. Ik zie in de media allerlei goeroes langstrekken met grote ideeën over het verbinden van mensen door middel van virtuele netwerken, of over de zegeningen en opbrengsten van het nieuwe werken. Er worden ideaalbeelden geschapen die zijn bedoeld om ons allemaal de goede richting uit te sturen. De andere manier om gewenste ontwikkelingen in gang te zetten is het kijken, luisteren en voeling houden met mensen in de nabije omgeving. Je kunt samen met hen werken aan verbeteringen, zoals in veel kleine ontwikkelingsprojecten gebeurt. Deze laatste werkwijze past meer bij mij. Dat betekent niet dat ik geen visie heb over hoe de maatschappij er in de toekomst uit mag zien. Ik wil echter niet als een profeet voor de massa uitlopen en als eenling op een voetstuk geplaatst worden. Ik zie meer heil in het samen optrekken met mensen. Dat betekent dat ik wil weten wat mensen bezighoudt, dat ik hun verhaal wil horen en waar nodig met hen in debat gaan.
Ik geloof in de kracht van de gemeenschap, ik ben er van overtuigd dat je problemen kunt aanpakken door gebruik te maken van vermogens die in de samenleving zelf aanwezig zijn. Dan denk ik aan zaken zoals participatie in buurtactiviteiten, vrijwilligerswerk, mantelzorg, maatschappelijke ondersteuning of verenigingsactiviteiten. Deze activiteiten zijn zinvol en tevens kostenbesparend, zo lang de mensen niet overvraagd worden. Ik vind het essentieel dat er een breed draagvlak wordt geschapen voor activiteiten die er werkelijk toe doen. Door dat draagvlak kan de samenleving beter functioneren, en het vinden van draagvlak begint in de kleine wereld.
In de samenleving zijn er verschillende groepen. Er zijn groepen voor wie het niet snel genoeg kan veranderen, maar ook groepen die steeds op de rem gaan staan. De verhouding tussen deze groepen kenmerkt de dynamiek van het samenleven. Ik wil daarin een verbindend element zijn. Dat betekent dat ik moet weten wat de vernieuwers drijft en wat de belangen van de behoudenden zijn. Maar ook moet ik weten voor welke doelen, met welke middelen en binnen welke speelruimte de samenleving zich kan ontwikkelen. Als voorbeeld noem ik de reorganisatie van de gezondheidszorg:. Mijn eerste vraag is steeds: “waar gaat het om?” Het antwoord is in dit geval: hoe kunnen we op een slimme manier als samenleving op betaalbare wijze de gewenste kwaliteit leveren. Vervolgens kun je je afvragen wat er dan in functie van dat doel gedaan kan worden door mantelzorgers of vrijwilligers. Maar ook moet je goed nagaan welk soort zorg te ingewikkeld of te veeleisend is om aan vrijwilligers over te laten. Soortgelijke afwegingen laat ik de revue passeren bij vraagstukken over het in stand houden van de bibliotheek, of de exploitatie en het onderhoud van sportvelden of plantsoenen. Uit de overwegingen vorm ik me een beeld van de toekomst, maar niet zonder daarbij steeds de betreffende spelers te betrekken, en verschillende belangen en standpunten in beschouwing te nemen.
Op een gegeven moment, na het afwegingsproces, moeten er besluiten worden genomen. Omdat er goed naar iedereen is geluisterd en het gesprek is aangegaan, weet ik welke denkbeelden, belangen en emoties er spelen. Als ook de beslisruimte duidelijk is, kan een beslissing volgen waardoor iedereen zoveel mogelijk recht wordt gedaan. Als het besluit eenmaal op goede gronden is genomen zal ik daar ook achter gaan staan, en toezien op een uitvoering zoals afgesproken. Geen gesjoemel achteraf.
Het investeren in nuancering, communicatie, omgangsvormen en goede vormen van samenwerken in onze directe omgeving, de kleine wereld, maakt dat zaken prettiger en betaalbaar blijven. Als ik door mijn manier van doen hier een bijdrage aan kan leveren vind ik het niet erg om als allemansvriendje te worden betiteld.aa

maandag 2 september 2013

Overdracht van onroerendgoed c.q. privatisering


Wat ging er toch  mis met de privatisering van de buitensportaccommodaties?
Ondanks alle onderzoeken, flinke investeringen vanuit de pot van het woningbedrijf en het advies van 2 onafhankelijke bezoldigde adviseurs, lukte het niet om de privatisering van de sportaccommodaties tot een oplossing te brengen.
Als gemeente wil je het beste voor de verenigingen, daar hoort ook bij dat je de verenigingen helpt om op eigen benen te staan en verantwoordelijkheid te nemen.. Als het goed gaat dan zijn verenigingen na verloop van tijd  in staat om middels zelfwerkzaamheid  het nodige in te verdienen.
Ook in tijden van crisis en bezuinigingen konden we als gemeente toch wat extra’s investeren uit de erfenis van het Woningbedrijf. Op termijn zal het met toenemende zorgkosten, WMO, zorg voor de jeugd en geringere rijksbijdragen ook in Oirschot structureel wat zuiniger moeten.
Iedere ouder weet dat  er heel wat bij komt kijken wil je jekinderen wat schenken om hun verantwoord de toekomst in helpen.
Wat betekent de overdracht van de sportaccommodaties nu werkelijk voor de gemeentelijke begroting
De waarde van de gebouwen
€ 1.400.000
De afdracht aan de verenigingen van vervangings-  en onderhoudsreserves
€ 1.600.000
Afbouw regeling van subsidie, 5 overbruggingsjaren
€ 1.200.000
Opplussen van een voldoende kwaliteitsniveau naar een ruim voldoend +
€    400.000
De gemeente begroting wordt door de privatisering extra belast met
€ 4.600.000

Wat levert de privatisering van alle buitensportvelden de gemeente op?
Privatisering van alle buitensportaccommodaties levert de gemeente waarschijnlijk op termijn een structurele bezuiniging op van €422.000 per jaar
Zeker nu het enthousiasme van de verenigingen achterwege blijft. Is het de vraag of we als gemeente de juiste keuze maken met het inzetten van gemeenschapsmiddelen bij de privatisering van sportaccommodaties. Gezien dat:
1. We de eerste 10 jaren de door de raad opgelegde bezuinigingsopdracht van € 250.000 niet realiseren.
2. We uiteindelijk door te privatiseren over 10 jaar als alles mee zit we meer kunnen bezuinigen, namelijk € 422.000 inplaats van € 250.000.
De moraal van het verhaal: Wetende dat de verenigingen niet tevreden zijn met een schenking van 4.6 miljoen in goederen waarvan de opbrengst voor de gemeente pas in het beste geval over 10 tot 15 jaar de beoogde bezuiniging oplevert, moet de gemeente misschien toch kiezen voor de eenvoudigste oplossing, namelijk de reeds opgelegde jaarlijkse bezuiniging á € 250.000 op accommodatiesubsidie te effectueren. En per direct te stoppen met de onafhankelijke adviseurs en onderzoeken.
Gr Raf Daenen PvdA Oirschot - de Beerzen