dinsdag 25 december 2012

Op zoek naar redelijke oplossingen, Samenleven in solidariteit,


Een impressie van een discussieavond leden FNV over effecten regeerakkoord op de arbeidsmarkt
We horen voortdurend dat we in een recessie zitten en dat de economie achteruit holt. We zouden ons vragen kunnen stellen bij het huidige economisch systeem zelf. Heeft het zijn langste tijd niet gehad? In 1994, na de val van de Berlijnse muur stelde Bolkestein het failliet van socialisme vast. Geldt niet hetzelfde voor ons huidig markteconomisch systeem? We stellen vast dat in dit systeem de rijken nog rijker zijn geworden, dat het grote graaien tot norm lijkt verheven en dat solidariteit inmiddels betekent dat gewone hardwerkende mensen de financiële gaten mogen dichten. We moeten ons daarom ernstig afvragen of er andere, voor onze maatschappij betere systemen bestaan dan de zogenaamde vrije markteconomie. Waarom is dit systeem zo dominant en waarom wordt er  zo krampachtig aan vastgehouden? Dat gebeurt ondanks dat de negatieve bijwerkingen steeds meer aan het licht komen: verscherping van maatschappelijke tegenstellingen, overproductie en overconsumptie, omgevings- en milieuschade, toename van personen met fysieke en psychische problemen. Zijn zulke onvolkomenheden een afspiegeling van het menselijk wezen, waardoor het onvermijdelijk is dat een maatschappelijk systeem imperfect is, of is er iets anders aan de hand? Zou het niet zo kunnen zijn dat een meer charitatieve, humane en op solidariteit gebaseerde vorm van uitwisseling tussen mensen de norm wordt?  Mededogen en zorg voor elkaar kunnen dan de drijvende krachten zijn.
In het huidige economisch systeem winnen de aandeelhouders het van betrokken ondernemers, omdat het de aandeelhouders niet om het product of de dienst zelf gaat, maar alleen om de financiële winst. Het streven naar steeds meer winst doorkruist de waarde van het product of de dienst die wordt geproduceerd. Op macroniveau is door de wereldwijde handel in opties en aandelen een economie ontstaan die op gebakken lucht is gebaseerd. Een luchtballon van verwachtingen en geruchten, waarvan volgens een aantal kritische economen niet de vraag is of, maar wanneer deze wordt doorgeprikt en ontploft. De eerste barsten in deze luchtballon zijn aan het licht gekomen in Griekenland en Spanje. Het leidt tot onvrede en wantrouwen bij de bevolking. Dit dreigt zich nu ook in onze Nederlandse samenleving te nestelen. Een van de tekens is het morrelen aan de verworvenheden van onze arbeidsgaranties en basis levensgaranties.
Zo hebben we net de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd omdat we met zijn allen langer en gezonder leven. Maar tegelijkertijd worden 50-plussers met bosjes uit de arbeidsmarkt gestoten. Zeker met de dreiging van versoepeling van het ontslagrecht en het verkorten van de termijn van de WW uitkering geeft dit de nodige onrust en aantasting van sociale zekerheid. Daarnaast zijn we de laatste decennia door banken, reclamemakers en elkaar verleid tot een hoge levenstandaard, met beleende huizen, gefinancierde auto’s, vakanties en luxeproducten. Het leek niet op te kunnen. Nu slaat plots de paniek toe: er zijn soms echte, soms vermeende bedreigingen en angsten om van de maatschappelijke ladder naar beneden te tuimelen. Bij degenen onder ons die op goede gronden gemeend hebben garanties te hebben op een altijd vaste baan kan dit leiden tot een panische en egocentristische reactie, als blijkt dat bijna niets meer vast staat op het gebied van werk en zorg.
Degenen met tijdelijke contracten, ZZP-ers, flexwerkers, werkers via uitzendbureaus, zijn gewend geraakt aan de spanning van wisseling van vraag en aanbod. De directe bedreiging van verlies van inkomen treft hen eerder dan degenen met een vaste baan.  Degenen met een tijdelijk contract vinden vaak dat degenen met een vaste baan maar moeten leven met onzekerheid en moeten leren om van baan naar baan te hoppen.
Dan is er de derde groep, onze jeugd, die bijna niet of maar heel moeizaam op de arbeidsmarkt een plek vindt. Flexcontracten worden afgewisseld met baanloze en soms inkomstenloze perioden. Er wordt al gesproken van een verloren generatie. De jeugd merkt dat door de noodzaak om langer te werken de arbeidsmarkt op slot wordt gehouden door de oudere, in hun ogen goed verdienende generatie. Dit kan ten koste gaan van de solidariteit tussen generaties.
In al de ellende en negatieve berichtgeving zou je bijna vergeten dat er nog mensen zijn die het goed en stabiel hebben. Er zijn er ook bij die beter worden van de crisis. En dan zijn er nog de graaiers en draaiers die bereid zijn zich te verrijken ten koste van anderen.
Het totale gemiddelde inkomen in Nederland is niet gedaald, zelfs een beetje gestegen, maar door de inflatie is de gemiddelde koopkracht al enkele jaren aan het afnemen. Toch hebben we gemiddeld nog veel meer koopkracht dan in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Er zijn echter groepen die de dalende koopkracht harder voelen dan andere.
Wanneer we met een gemêleerd gezelschap van werkenden in gesprek gaan, dan vallen een aantal typische reacties op. De eerste reactie is dat het bijna altijd de ander is, de graaier, die hard aangepakt moet worden. Gelukkig is het niet moeilijk om in te laten zien dat deze aanpak weinig uithaalt. Vervolgens wenst men persoonlijke garanties, het veiligstellen van de eigen zekerheden en het liefst nog wat extra. Natuurlijk krijgt ook de overheid er van langs. Het beleid deugt niet, er zijn fouten gemaakt, en bestuurders kijken vooral naar het eigen belang. Dit laatste speelt sterker als er weer eens een bestuurder wegens belangenverstrengeling of declaratiegedrag in opspraak komt.
Gelukkig herinnert een enkeling in het gezelschap zich zijn sociaal democratische idealen, of ziet in dat we toch niet in een keer alle rijken kunnen laten boeten en tot een totale herverdeling van geld en goed komen. Het gaat er om dat in kleinere vormen van solidariteit de pijn kan worden verzacht of verdeeld. Er is zelfs iemand die zegt: “kijk naar de buurtzorg”, een ander geeft aan: “ik wil wel wat brutoloon inleveren om samen op te mogen trekken met een jongere medewerker.” Een mevrouw die door haar rust en vrouw zijn alleen al onopvallend opvalt zegt plots: ”misschien moeten we wel anders omgaan met geld en goed, menselijker, samen delen. Zo kunnen we macht organiseren tegen de gevestigde orde”. Een ouderling herinnert zich plots zijn wilde jaren in de kibboets, weer een ander zegt: “ik heb nog nooit zo hard en met voldoening gewerkt als nu in het vrijwilligerswerk”.
In je eentje ben je nergens, maar samen sta je sterk. Dit lijkt een voorlopige, beperkte conclusie. Zij wordt nog weinig ondersteund door de bond, want ook deze wil terug naar oude zekerheden, acties houden zoals vroeger. De nieuwe vakbeweging zoekt nog fragiel in de directe leefwereld naar nieuwe vormen van solidariteit. Aan de grote wereld in Den Haag zeg ik, zet in op de solidariteit tussen oud en jong. En ook: een beetje begrip voor de noden in de kleine wereld biedt de grote wereld een fundament voor nieuwe solidariteit, samenwerken, samen leren als perspectief op een maatschappij in crisis.

Willem Vermeulen en Raf Daenen auteurs van boek: “perspectief op een maatschappij in crisis”

donderdag 20 december 2012

Activeer de positieve krachten in de gemeenschap


De tien geboden 2.0
Dagelijks berichten over graaiers, draaiers en korte lontjes Wat is het perspectief op een maatschappij in crisis http://rafdaenen.blogspot.nl/2012/12/dagelijks-berichten-over-graaiers.html
In Middelbeers, een kleine kern van de gemeente Oirschot, wordt veel levendigheid en leefbaarheid georganiseerd. In het oog springen vooral de sprankelende culturele activiteiten. De Beerzenaren delen graag hun inzichten over hoe je met dit soort activiteiten de positieve krachten in de gemeenschap kunt activeren.

1.       Richt je op het organiseren, niet op de organisatie. Beweging en gerichtheid op opbrengst in de toekomst zijn leidend, structuren zijn dienend en faciliterend. Grijp het momentum door eerst los te laten. Geef verantwoordelijkheid en ondersteun binnen de kaders.

2.       Zoek naar, activeer en faciliteer ‘cultuurdragers’ die de drive, inspiratie en betrokkenheid hebben en gedreven worden door de mogelijkheid waarde te creëren en voor wie aanzien en geld geen of een sterk secondaire rol spelen.

3.       Help het toeval een handje door mensen die elkaar en/of elkaars cultuur niet kennen bij elkaar te brengen. Verbind mensen vanuit het perspectief van samenwerken, samenleven en samen leren. Juist uit onverwachte kruisbestuivingen komt energie vrij.

4.       Realiseer activiteiten die ruimte bieden om een nieuwe werkelijkheid te creëren. Ga daarbij uit van de eigenheid van individuen en de gemeenschap. De nieuwe werkelijkheid bestaat in eerste instantie uit verhalen, zoals goede voorbeelden. Vele verhalen samen vormen een uiteindelijke cultuurverandering. Die kost tijd: neem en geef die tijd.

5.       Gebruik cultuur als katalysator voor het versterken van sociale cohesie en leg daarbij waar mogelijk accenten op het gebied van de zorgzame samenleving.

6.       Breng het besef van urgentie over: WIJ.  De westerse mens wordt in toenemende mate afhankelijk van de ander, onder andere doordat we ons steeds meer (moeten) specialiseren. Elkaar leren kennen is cruciaal om ons als gemeenschap verder te kunnen ontwikkelen.

7.       Omzeil de oude structuren, machtsblokken en krachten als die een positieve ontwikkeling in de weg staan, maar blijf tegelijkertijd ook met ze in gesprek en laat door te handelen zien dat ze zich moeten herbezinnen op hun rol in de samenleving.

8.       Durf klein te denken en groots te delen. Deze tijd wordt bepaald door de gedachte van de zwerm, waarbij vele kleine initiatieven samen een grootse beweging neer kunnen zetten.

9.       Iedere gemeenschap is uniek met unieke eigen krachten. Kopieer niet een-op-een en verwacht niet van anderen dat ze je voorbeeld een-op-een volgen. In de gedeelde ervaringen zit wel een begrijpbaar, maar vaak ook niet te grijpen patroon. Iedere activiteit zal dan moeten beginnen met de inzet van een flinke investering op creativiteit.

10.   Breng het besef over dat duurzaamheid de enige richting is die op langere termijn houdbaar is, voor de mens, voor de natuur én voor de economie.

Raf Daenen, Frans Verouden, Erno Mijland

 

woensdag 19 december 2012

linkse hobby

Artikel in blad Rood PvdA

Raf Daenen fractievoorzitter  van de  PvdA in Oirschot  en auteur van het boek Perspectief op een maatschappij in crisis: een antwoord op het grote graaien, samen leren, samen werken en samen leven, 
http://rafdaenen.blogspot.nl/2012/12/voorleven-samenwerken-samenleven.html
Elke dag begint en eindigt hij met een blik op de schapen.


Toen Raf in 1984 met zijn vrouw in een natuurreservaat in Noord-Brabant ging wonen, namen ze drie schapen. En vanaf dat moment ontstond bij hemeen passie voor het houden van de evenhoevige dieren. De zorg voor dier en omgeving zit de boerenzoon in zijn bloed, vol enthousiasme praat hij over zijn mens- en diervriendelijke veehouderij. Vanachter zijn keukenraam kijkt Daenen uit op de schitterende plek waar zijn lievelingsdieren lopen. ‘Ik bied
ze niet alleen rust en veel ruimte, maar zorg ook dat ze tegen weer en wind beschermd blijven. Niet al te lang geleden heb ik zelf met tweedehands materiaal een schuilhut vernieuwd, zodat ze er ook deze winter weer warmpjes bij zitten.’ Op de
veehouderij kan iedereen leren over de cyclus van het leven die Daenen als schapenhouder van zo dichtbij meemaakt. ‘Ik ontkom natuurlijk niet aan harde confrontaties zoals doodgeboren
lammeren, maar hard is ook mooi.’ Op die manier leren zijn kinderen over de vergankelijkheid van het leven en leert hij zelf het leven te nemen zoals het komt. Hij kan het schapenhouden
iedereen aanraden. ‘Tegenover de harde kant van het schapenhoeden staan vooral hele mooie momenten, zoals het ter wereld brengen van lammeren en het leven in de natuur met de dagelijkse momenten van bezinning.’ Hoewel Daenen hulp krijgt van zoon Jan en van een vriend uit de buurt met veel verstand van schapen, doet hij het meeste werk toch echt zelf. De meerderheid van de lammeren verkoopt hij. ‘Maar de mooiste houd ik zelf.’

dinsdag 18 december 2012

Oirrschotse politiek best leuk


Een beetje trots en tevreden, het politieke jaar zit er op

In de raadsvergadering van dinsdag stonden toch nog enkele belangrijke punten op de agenda.
Zo moesten er nog enkele plooien glad gestreken worden naar aanleiding van het wanbeheer en graaien bij de woningcorporatie Laurentius. Daardoor kan Oirschot toch sociale huur- en koopwoningen blijven bouwen. We hebben ook een visie op ondernemend Oirschot vastgesteld. Voor de kerntaken discussie hebben we kaders gesteld. Als PvdA Oirschot-de Beerzen vinden we  dat Oirschot als zelfstandige gemeente voorop moet staan ( http://rafdaenen.blogspot.nl/2012/06/opinie-onderschat-kracht-kleine.html ) . Wij willen samenwerken in een groot regionaal verband en willen vanuit onze eigen kracht als ‘cultuurhistorische groene gemeente`` aansluiten op de Brainport. Verder staat een actieve zelfredzame gemeente wat ons betreft voorop met een goed vangnet voor degenen die het niet redden. Dat betekent redelijke tarieven voor de thuiszorg en werken aan zorgzaamheid in wijken en buurten. Ook een goed toegeruste vrijwillige brandweer behoort een bijzondere en gewaardeerde plek in onze gemeente te houden.
Ook al zitten we als PvdA niet in de coalitie, toch leveren we goede en constructieve bijdragen aan de Oirschotse gemeenschap en het bestuur. Het afgelopen jaar zijn er duidelijke kaders gesteld voor het Bestemmingsplan Buitengebied. De PvdA staat voor een dier- en mensvriendelijke veehouderij. Ook al moest er voor het Buurtschap Huijgevoort door de zure appel gebeten worden.
Als PvdA denken we actief met de wethouder maatschappij mee om de privatisering van de sportaccommodaties succesvol te laten verlopen. We denken ook mee bij het vormgeven aan een lokaal loket en een Centrum Jeugd en Gezin dichtbij en dienstbaar aan de gemeenschap.
Bij het bewaken van de Oirschotse financiën nemen we onze verantwoordelijkheid in de commissie van de rekening. Naast zuinigheid met vlijt is het zaak om de middelen, vrijgekomen bij de verkoop van het woningbedrijf, ten nutte te laten komen aan het bouwen van sociale huur- en koopwoningen voor onze jeugd.
En we zijn trots dat we als Oirschot zorgen voor goede accommodaties voor het basisonderwijs door het bouwen van 2 nieuwe basisscholen. Nu nog aan de slag in Spoordonk zouden we als PvdA zeggen.
Verder zitten we samen met de wethouder Openbaar Beheer en het CDA achter de provincie aan om de knelpunten van de Kempenweg voortvarend aan te pakken.
Voor het komende jaar is het speerpunt van de PvdA de gemeentelijke organisatie, Van beheersen naar faciliteren en voorleven,  http://rafdaenen.blogspot.nl/2012/12/voorleven-samenwerken-samenleven.html slank en ondernemend, dienstbaar aan de gemeenschap.
Wij wensen U en de Uwen een zalige Kerst en een prettige jaarwisseling en bedanken iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan onze mooie dynamische gemeente. De politieke cultuur is gezond en in samenwerking krijgen we dingen voor elkaar. We zitten er ten slotte niet voor ons zelf.
Bedankt en tot in het nieuwe jaar
Namens PvdA Oirschot-de Beerzen
Afra Pronk en Raf Daenen 0646298931

vrijdag 14 december 2012

Dagelijks berichten over graaiers, draaiers en korte lontjes


Perspectief op een maatschappij in crisis
Raf Daenen & Willem Vermeulen
978-90-5931-769-7
2012, 113 pagina’s
€ 14,50


De kranten staan vol met nieuws over de economische crisis: we moeten nog meer gaan bezuinigen en inleveren. In schril contrast hiermee zijn er ook dagelijks berichten over graaiers en draaiers in onze samenleving. Denk aan Amarantis, Armstrong, Stapel, de banken, instanties in de zorgverlening, woningcorporaties en korte lontjes op de velden. Tevens lijkt vanuit het beleid de boodschap te komen dat burgers zelf verantwoordelijk zijn voor goed samenleven en voor het eigen welzijn. Zo kan de Wet maatschappelijke ondersteuning worden geïnterpreteerd. Door deze ontwikkelingen gaan veel mensen zich onzeker voelen of ze voelen zich in de steek gelaten. Deze mensen gaan zich afkeren van maatschappij en politiek of op extreme politieke partijen stemmen. Ook constateren we gebrek aan structuur in beleid en opvoeding, wat kan leiden tot mensen die impulsief op elke prikkel reageren, en daartoe bieden moderne media alle gelegenheid.

In het boek
Perspectief op een maatschappij in crisis wordt het standpunt gehuldigd dat het noodzakelijk is om structuur aan te brengen en mensen en organisaties aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mensen hebben behoefte aan steun en positieve communicatie enerzijds, en duidelijke doelen, kaders en toezicht anderzijds. Dit is nodig om tegenwicht te bieden aan een voortdurend bewegende spektakelmaatschappij, en om het risico te verminderen van handelen uit eigenbelang, van een overdreven zelfbeeld, en van het niet kunnen omgaan met teleurstellingen.

Gelukkig zijn er in de kleine wereld nog genoeg voorbeelden van goede initiatieven, waarbij burgers opkomen voor zwakkeren in de samenleving. Zulke initiatieven kunnen zich als een olievlek uitbreiden en de samenhang in gemeenschappen versterken. Dit verdient ondersteuning vanuit de grote wereld, waarin niet alle aandacht uit moet gaan naar economie en financiën, maar juist geïnvesteerd moet worden in het verbeteren van de kwaliteit van samenleven. Maatschappelijke sleutelfiguren zouden hier het voortouw moeten nemen en het goede voorbeeld geven, en maatschappelijke professionals zouden de creatieve confrontatie moeten aangaan, en niet alleen vanuit protocollaire verantwoording handelen.

Voor meer informatie, contact met de auteurs of het aanvragen van een recensie-exemplaar mailt u naar info@boomlemma.nl. 0646298931

zondag 9 december 2012

Voorleven, samenwerken, samenleven, samenleren


Van beheersen naar faciliteren en voorleven

V.l.n.r. Frans Verouden, Harrie van Hoof, Ellen Visser,
Raf Daenen en Ed van de Voort

Middelbeers is een kleine kern in de gemeente Oirschot. Hoewel ik geen geboren en getogen Beerzenaar ben, voel ik me meer dan thuis in de gemeenschap.

Een van de redenen daarvoor is dat we hier op een mooie manier levendigheid en leefbaarheid organiseren. We doen dat met zo weinig mogelijk structuur, in wisselende samenstellingen, op basis van het samenbrengen van talenten en gedrevenheid. Organiseren gaat hier organisch.

Afgelopen jaren resulteerde dat onder andere in de organisatie van unieke culturele evenementen, zoals het Eerste Internationale Nachtburgemeesterscongres, het Hartje Zomer Festijn en de speelfilm In naam van de vader. Allemaal producties waaraan vele dorpsgenoten een steen of steentje hebben bijgedragen. Cultuur is een krachtige katalysator om ook andere doelen te bereiken. Samenhang, plezier, opvoeding. Zo proberen we met de Beerse Jutkampioenschappen de jeugd bewust te maken van het vele zwerfafval in de omgeving. Niet met het wijsvingertje, maar met een leuke activiteit.

Gisteren kwamen we met enkele bevlogen kartrekkers uit het dorp bij elkaar bij Raf Daenen, met Willem Vermeulen auteur van het boek 'Perspectief op een samenleving in crisis'. Op tafel een brunch én twee vragen: hoe zouden we andere gemeenschappen kunnen inspireren met onze ervaringen en hoe zouden we onze energie nog doelgerichter kunnen inzetten voor het beantwoorden van de grotere vragen die momenteel op ons afkomen?

Die grote vragen hebben te maken met de crisis, of beter gezegd: met de onderliggende transitie die onze samenleving doormaakt. Het oude systeem (de industriële samenleving) is niet meer te handhaven. De overheid wil de burger en organisaties willen hun medewerkers activeren. Meedoen, écht samen leven, échte waarde creëren en verantwoordelijkheid nemen, daar gaat het om!

Wie mee wil doen wordt echter al snel geconfronteerd met de vertegenwoordigers van het oude systeem die niet alleen vastzitten in het paradigma van meten, beheersen, aansturen, regels en protocollen, maar zich hierin zelfs nog sterker lijken vast te bijten. Uit angst, uit verantwoordelijkheidsgevoel. Dat werkt contraproductief, ontmoedigend voor al die mooie initiatieven van onderop. Niet dat die daardoor allemaal verloren gaan. Ik zie steeds meer groeperingen die de traditionele structuren succesvol weten te omzeilen. Met een knipoog zou je dit neo-anarchisme kunnen noemen: niet het afzetten tegen de macht (anarchisme) als leidraad, maar 'de macht' negeren om de dingen te doen die je belangrijk vindt.

Wat zouden organisaties en de overheid dan wel kunnen doen om burgers en medewerkers te activeren? Het begint bij drempels wegnemen, faciliteren en ruimte geven. Wie een positieve verandering voorstaat kan daarnaast vooral veel bereiken door 'voorleven'. Voorleven is een mooi Nederlands woord voor 'practice what you preach'. Laat als leider, als leidinggevende, als opvoeder in je doen en laten zien waar je voor staat. Of met de wijze woorden van Mahatma Ghandi: 'Be the change thant you wish to see in the world'.

Terug naar een kleine gemeenschap en de vragen die op tafel lagen. Met de voorbeelden uit het boek van Raf en Willem en het online delen van ervaringen en kennis kunnen we inspireren. Daar hoort altijd een 'disclaimer' bij: wat in de ene situatie werkt, hoeft dat niet te doen in een andere situatie. We blaten liever niet als marketeers over het 'Beers model'...

Wat betreft het doelgerichter inzetten van de energie denk ik er vooral aan nog meer te gaan doen met de kracht van de ontmoeting, juist tussen mensen die elkaar normaal gesproken niet zo gemakkelijk ontmoeten. Daar ontstaat innovatie en wederzijds begrip. Beide zijn keihard nodig. We hebben vernieuwende antwoorden nodig. En we zijn meer dan ooit én in toenemende mate afhankelijk van elkaar.

Mede geïnspireerd door de column 'Afdwingen' van Edwin de Bree.

Geplaatst door Erno Mijland op 11:58

dinsdag 4 december 2012

Resultaten uit het verleden vragen nieuwe investeringen in de Toekomst van Huijgevoort

De laatste 10 jaar was het beleid in Oirschot m.b.t. Intensieve Veehouderij, “zo groot en zo veel mogelijk”.


Afgelopen dinsdag hebben we in wijsheid en in het kader van leefbaarheid en gezondheid hier een duidelijk punt achter gezet. Nieuw beleid gebaseerd op de uitgangspunten van de commissie van Doorn. Heel Brabant keek nieuwsgierig en met bewondering of Oirschot het lef had om schoon schip te maken met het verleden. Bewoners en veehouders hebben samen een convenant afgesloten, waarbij de mogelijkheden en beperkingen m.b.t. Intensieve Veehouderij in het gebied Huijgevoort, vastgelegd werden. Provincie en Gemeente doen samen een forse duit in het zakje om het leefklimaat op de Huijgevoort weer gezond te maken. Als PvdA staan we achter het voorstel van wethouder Machielsen, ook al kost ons dat ruim één miljoen euro. Er zijn eerder wel onzinnigere uitgaven gedaan. Wat te denken van het voorstel van de VVD om 13 miljoen af te schrijven op het Grond bedrijf i.p.v. mee te gaan met het PvdA voorstel om de bouwgronden goedkoper aan te bieden aan onze jeugd, zodat deze in eigen beheer betaalbare woningen kunnen bouwen.

Jammer dat de Oirschotse-VVD na de euforie van de verkiezingen verviel in angst voor het Oordeel van de Kiezer. De eigen wethouders Evers (VVD), Verhoeven (DGM/VVD), Gedeputeerde De Boer (VVD) en fractievoorzitter GS Geraerts (VVD) hadden nog wel het goede voorbeeld gegeven. We nemen het verlies en investeren in een gezonde toekomst voor Oirschot en Brabant.

Met het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied fase 2 is Oirschot een voorbeeld voor Provincie en het land hoe er met heldere kaders, dialoog en bouwblokken op maat  samengewerkt kan worden aan een leefbaar bestaan voor boeren en burgers in het buitengebied. De PvdA dankt iedereen die een bijdrage geleverd heeft aan deze haast niet oplosbare situatie.

 Op dit besluit voor een gezonde toekomst van Oirschot willen wij graag door U als kiezer afgerekend worden.

Namens PvdA Oirschot/ de Beerzen

Afra Pronk en Raf Daenen 06-46298931

 

donderdag 29 november 2012

Het nieuwe werken niet voor iedereen een vooruitgang


Mensen die behoefte hebben aan structuur, profiteren niet van ‘het nieuwe werken’. Meer eigen verantwoordelijkheid, thuis werken en flexibele werktijden motiveren hen niet extra en verbeteren hun creatieve prestaties evenmin. Dat blijkt uit onderzoek waarop psycholoog Marjette Slijkhuis op 29 maart 2012 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Werkgevers kunnen met het nieuwe werken minder besparen dan ze denken.’

Het werkende leven verandert. In steeds meer organisaties bepaalt niet langer de leidinggevende waar of wanneer medewerkers werken, maar doen zij dit zelf. Deze verandering wordt wel aangeduid als ‘het nieuwe werken’. Door inzet van nieuwe (communicatie)technologie kunnen mensen een deel van hun werk thuis doen, op zelfgekozen werktijden. Veel werkgevers omarmen het nieuwe werken. Zij denken te kunnen bezuinigen en tegelijk aan de wensen van hun personeel tegemoet te komen. Maar zo eenvoudig is het niet, toont Slijkhuis aan.
Minder gemotiveerd
Slijkhuis enquêteerde honderden medewerkers uit de overheidssector, het onderwijs, de consultancy- en de technische sector. Slechts een deel van de werknemers profiteert van het nieuwe werken, zo laat haar onderzoek zien. Mensen met een geringe behoefte aan structuur geven aan dat zij extra gemotiveerd raken door de vrijheid en flexibiliteit van het nieuwe werken. Maar mensen met een grotere behoefte aan structuur raken niet extra gemotiveerd, en hun creatieve prestaties nemen niet toe. Slijkhuis: ‘Veel werkgevers denken dat íedereen op vrijheid en autonomie zit te wachten. Mijn onderzoek laat zien dat dat niet klopt.’
Liever een duidelijke chef
Het nieuwe werken verandert de manier waarop leidinggevenden feedback geven. Zij oefenen minder toezicht uit op de manier van werken, maar sturen vooral op de geboekte resultaten. Deze andere manier van leidinggeven werkt niet voor alle medewerkers even goed, zo blijkt uit een veldstudie. Mensen met een geringe behoefte aan structuur raken gedemotiveerd door controlerende praktijken van hun leidinggevende. Maar mensen die behoefte hebben aan structuur, stellen het juist op prijs wanneer hun werkwijze stap voor stap wordt gecontroleerd.
Jongeren niet autonomer
Opvallend is dat deze uitkomsten niet alleen gelden voor ouderen, maar ook voor jongeren. Slijkhuis: ‘Onze studie naar motivatie en feedbackstijl voerden we uit onder studenten. Er wordt vaak beweerd dat jongeren meer behoefte hebben aan vrijheid en autonomie dan ouderen, maar ook onder de studenten bleek een duidelijke groep behoefte te hebben aan een controlerende vorm van feedback.’
Minder besparen
Met haar onderzoek laat Slijkhuis zien dat het nieuwe werken niet voor iedereen een vooruitgang is. Werkgevers kunnen er dan ook minder mee besparen dan ze denken: sommige van hun werknemers zullen niet beter presteren. Maar ook werknemers moeten hun ideeën bijstellen. Slijkhuis: ‘Je hoort vaak dat iedereen zo zelfstandig en zo onafhankelijk mogelijk wil werken. Maar dat is niet zo. Sommige mensen hebben wel degelijk behoefte aan een leidinggevende die ze duidelijk vertelt wat ze moeten doen. Maar dat is niet eenvoudig om toe te geven.’

vrijdag 23 november 2012

Decentralisaties


Burgers zullen massaal gaan klagen

binnenlandsbestuur 23/11/2012

Decentralisatie, oorspronkelijk bedoeld om overheidstaken op het juiste niveau uit te laten voeren is zo langzamerhand de toverformule geworden om bezuinigingen van de nationale overheid af te wentelen op de decentrale overheden. Als decentralisatie tot ongelijkheid in verschillende regio’s of gemeenten leidt, dan schieten we het doel voorbij, want:
Jongeren in Leeuwarden of Westelbeers hebben recht op dezelfde ondersteuning en zorg.
Ouderen in Oirschot hebben recht op dezelfde voorzieningen als ouderen in Vaals.
Te ver doorgeschoten decentralisatie is de verkeerde strategie voor een belangrijke uitdaging. Die uitdaging is dat we burgers willen stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen voor het samenleven dat binnen hun reikwijdte ligt.
Privatisering en concurrentie in de publieke sector is daarom niet de oplossing. Natuurlijk moet het stimuleren van zelforganisatie en het nemen van verantwoordelijkheid voor je omgeving dicht bij huis plaatsvinden. Maar wat constateren we? Bij de huidige wijze van decentralisatie komt de uitvoering nog verder van de burger af  te staan, want het resulteert in een opschaling en meer afstandelijkheid van UWV’s, ISD’s, jeugdzorg, enz.
Het succes van decentralisatie is afhankelijk van het samenspel tussen Rijk en gemeenten. Bij algemene beleidsdoelen, het stellen van kaders, en de belangrijkste sturingsmechanismen waaronder financiering, ligt de bal bij de landelijke overheid. De lokale organisatie en uitvoering komt voor rekening van de provincies en gemeenten.
Als alle voorzieningen op gemeenteniveau geregeld gaan worden dan leidt dit onvermijdelijk tot een grote diversiteit aan producten, kwaliteiten en procedures voor verstrekking. Dit blijft natuurlijk niet onopgemerkt, want burgers vernemen dat in de ene gemeente meer of andere voorzieningen mogelijk zijn dan in de andere gemeente. De media spelen hier graag op in, om aan te geven dat het systeem discriminerend werkt, en dat bepaalt de beeldvorming. Burgers zullen massaal gaan klagen als ze merken dat in de ene gemeente een betere voorziening tegen een lagere prijs wordt geleverd dan in de andere. Dergelijke signalen worden opgepikt door landelijke politici, die zich niet onbetuigd willen laten. In Kamerdebatten worden de decentrale overheden gelaakt, en om te laten zien dat men spierballen heeft, worden strikte uitvoeringsregels opgesteld en wordt meer controle geëist. De bureaucratische klaagsamenleving draait op volle toeren, zonder dat het probleem wezenlijk is aangepakt.
Hoe het anders en beter kan
De uitvoering van veel regelingen kan worden gedelegeerd. Landelijk moeten kaders voor verstrekking worden gesteld en in middelen worden voorzien. Ook moet nationaal worden geïnvesteerd in professionalisering die gericht is op zelforganisatie en het nemen van verantwoordelijkheid door burgers. De regionale en lokale overheden regisseren en controleren de uitvoering. Goed opgeleide professionals zorgen voor deskundige uitvoering dicht bij de burger. Verder moet duidelijk worden gemaakt wat de burger van de overheid kan verwachten en wat er van hem wordt gevraagd. Dan weet de burger waar hij aan toe is om in verantwoordelijkheid en zelforganisatie het goede voor elkaar te doen en daaraan zin te ontlenen.
Er worden geen oneigenlijke behoeftes geschapen en onnodige opschaling blijft achterwege.  Er kan gewerkt worden in kleine, weinig bureaucratische organisaties, die dienstbaarheid aan de samenleving als kernwaarde uitdragen.
Alles overziend zijn er twee grote uitdagingen. Een ligt bij de landelijke overheid die haar verantwoordelijkheid moet nemen voor de grote wereld en die op eerlijke wijze middelen en diensten moet verdelen en controleren. De andere uitdaging ligt bij de samenlevende burger die zijn verantwoordelijkheid voor de kleine wereld neemt of terugkrijgt. Met als verbindende factor de maatschappelijke professional die tot goed samenleven stimuleert en bij haperingen het juiste zetje weet te geven.

 

Raf Daenen en Willem Vermeulen, auteurs  van het boek “Perspectief op een maatschappij in crisis”.

 

maandag 19 november 2012

Regionale brandweer punt van zorg


Politieke Keuzes:

Vorig jaar hebben we ons als PvdA Oirschot tegen de stroom in uitgesproken voor de verankering van de brandweer.
Beetje bij beetje kan de opschaling haar negatieve consequenties laten zien. Wat te denken van een dag brandweerteam  van professionals en dat in de avond en nacht de vrijwilligers mogen opdraven.
Erger is nog dat de Veiligheidsregio in kader van bezuinigingen af wil van het duikteam. Dom, dom, dom, links of rechts om zal er publiek of privaat in nood situaties gedoken moeten worden. De kans dat er te laat actie ondernomen wordt is groot wanneer zaken uitbesteed worden. Uiteindelijk zal er als individuele gemeente toch betaald moeten worden voor geleverde diensten bij incidenten. En wat betekend het voor de brandweerman die aan de kant staat en achteraf moet zeggen we konden niets doen want de drenkeling lag verder dan 1,5 m uit de kant.
Vergelijkbaar is het stellen van prioriteiten bij de gemeentelijke taken. Het gaat er niet om dat we dingen niet meer doen maar dat we kijken hoe we het anders slimmer  en beter kunnen doen. Als PvdA vinden we dat we met uw hulp als burger dingen anders, goedkoper en beter kunnen uitvoeren.
Onderhoud van de  sportvelden kan een vereniging beter zelf uitvoeren  dan de gemeente. Schoon houden van de wijk en buurt (bv honden poep vrij) kan door bewoners  beter zelf ter hand genomen worden. In regio verband samen optrekken bij bestemmingsplannen, planning en  beheer van de openbare  ruimte,handhaving en vergunning kan professioneler en efficiënter. Ook zorg voor elkaar en opvoeding kan in samenspraak met de directe omgeving beter dicht bij huis gebeuren,  zeker wanneer er professionele ondersteuning dichtbij aanwezig is om op terug te vallen .
Kortom veel van de gemeentelijke verantwoordelijkheden kunnen in groter en kleiner verband in samenwerking met anderen beter gebeuren. Samenwerking om elkaar te versterken als antwoord op een onwenselijke gemeentelijke herindeling.
Ook bij het saneren of verplaatsen van een agrarisch bedrijf kunnen we terug vallen op het begrip samenwerken. Geen bergen met gemeenschapsgeld maar wel samen problemen oplossen. Buren, ondernemers, gemeente en provincie. En als we dan wat middelen vanuit de ruimte voor ruimte pot moeten vrij maken om de zaakjes haalbaar te maken dan doen we dat maar. Fouten besluiten uit het verleden herstellen in functie van de leefbaarheid moet dan maar.
Als PvdA nemen we onze verantwoordelijkheid, wie A zegt moet ook B doen.
 Wilt U met ons meepraten dan bent U op donderdag  22 november om 8u van harte welkom in de zadelmakerij te Oirschot
Namens PvdA Oirschot de Beerzen Raf Daenen 0646298931

woensdag 14 november 2012

Is er veel veranderd: Samenwerken aan samenleven

In deze tijd is een modern socialisme nodig


Raf Daenen: "De oplossingsrichting is samenwerken." foto Ton van de Meulenhof

Socialisme is niet meer van deze tijd. De Partij van de Arbeid heeft het niet voor niets moeilijk. In Nederland kan iedereen voor zichzelf opkomen en dus is er geen behoefte meer aan partijen die zich hard maken voor het algemeen belang.
Klopt dat? Nou, niet echt. Er gaat nog heel wat mis in de samenleving en er zijn steeds meer mensen die het hoofd niet boven water kunnen houden of in elk geval niet volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij.

Er is wel degelijk behoefte aan socialisme, maar dan wel een socialisme van deze tijd. De goede kenmerken van het socialisme van het verleden zullen dus moeten worden aangepast aan het heden.

En wat vraagt de tijd waarin we nu leven dan? In elk geval dat iedereen toegang heeft tot basisvoorzieningen als onderwijs, energie en water, zorg, vervoer, informatie. Dat klinkt logisch, maar is het nog wel zo vanzelfsprekend? In de ijver om te bezuinigen op dit soort voorzieningen, wordt veelal de marktwerking van stal gehaald. Die marktwerking kan positieve effecten hebben, maar er kleven ook risico's aan. Bijvoorbeeld het risico van verlies van professionele deskundigheid wanneer de aanbieder van thuiszorg die met de laagste offerte komt de opdracht krijgt, simpel omdat die aanbieder goedkoper is. Of het risico van het teruglopen van de kwaliteit van het onderwijs, omdat er zo hoognodig marktgericht geconcurreerd moet worden. Ook is er het risico dat diensten (informatie, energie) te duur worden, waardoor ze voor mensen met een smalle beurs nauwelijks nog te betalen zijn.

De samenleving bevindt zich op de top van de liberaliseringsgolf. Alles wordt uitgespeeld op het niveau van het individu en het incident. Het socialisme is een solidariteitsbeweging. Om het socialisme nieuw leven in te blazen, moeten er mensen opstaan die het lef hebben om de solidariteit weer centraal te stellen. Daarover wil ik de discussie aangaan. Binnen mijn eigen partij – bijvoorbeeld in het overleg dat de PvdA-wethouders in de regio eens in de drie maanden hebben – maar ook met een partij als de SP. Het is niet productief om elkaar vliegen af te vangen. De sociale kwestie en de onderliggende thema's zijn daarvoor te belangrijk.

Nijpende problemen vragen samenhangende oplossingen. Bijvoorbeeld de (dreigende) tekorten aan arbeidskrachten in onderwijs en zorg. Onvoldoende kwaliteit en capaciteit in die sectoren is daarvan het logische gevolg. Ook armoede in verschillende vormen (geen dak boven het hoofd, onvoldoende mogelijkheden om te kunnen deelnemen aan de samenleving, uitsluiting) is een probleem van deze tijd. De gevolgen daarvan zijn legio: geweld, criminaliteit, discriminatie, het gevoel van zinloosheid en zelfs fundamentalisme. Simpele oplossingen voor dergelijke problemen zijn er niet. Ik snap wel dat mensen in probleemwijken zich laten verleiden door de gemakkelijke standpunten van partijen als de PVV. Maar die bieden geen echte, samenhangende oplossingen voor uiteenlopende problemen. Wél bieden zij aan mensen die beducht zijn om overspoeld te worden door veranderingen, de kans om een 'tegenstem' uit te brengen.

Het socialisme moet weer de straat op en het gesprek aangaan met de burgers. Dat moet gebeuren zonder te vervallen in 'u vraagt, wij draaien'. Het antwoord op de problemen van deze tijd mag dan niet eenvoudig zijn, de oplossingsrichting is wél duidelijk: samenwerken. Samenwerking tussen burgers en tussen burgers en overheid.

Een overheid die burgers een belangrijke rol wil geven bij het oplossen van problemen, is er niet met het uitvaardigen van een wet die burgers daartoe verplicht. De overheid zal ook voorwaarden moeten scheppen. Op hun beurt dragen burgers niet bij aan oplossingen door voor zichzelf maximale vrijheid te wensen en vervolgens naar de overheid te wijzen wanneer er iets mis gaat.

Een modern socialisme kan de goede voorbeelden geven en juiste condities scheppen voor onderlinge samenwerking en voor optimale deelname van alle burgers aan de samenleving. De 'oude' kenmerken van het socialisme – gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit – passen uitstekend in de huidige tijd. Een wet als de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) gedijt alleen bij zulke uitgangspunten. De WMO gaat ervan uit dat burgers voor zichzelf en elkaar zorgen en dat professionele hulp pas van toepassing is als er echt geen andere mogelijkheden zijn. Maar burgers gaan niet vanzelf voor elkaar zorgen. Daar moet de overheid hen voor uitnodigen en faciliteren.

Solidariteit en saamhorigheid zijn niet uit de samenleving verdwenen. Kijk maar eens in dorpen en stadswijken. Sportactiviteiten, verenigingsleven en de Zonnebloem draaien op vrijwilligers. Die krachten moet je aanspreken. Maar ook de politicus, de leraar, de zorgverlener en de huisarts moeten ergens voor staan. Door de bedrijfsmatige aanpak draait het tegenwoordig om productiviteit. Vijftien jaar geleden werkten in de thuiszorg teams die verantwoordelijk waren voor een dorp of een gedeelte van een stad. Toen was er betrokkenheid en bevlogenheid. In de economische processen van nu heerst een afrekencultuur. Ik wil de bevlogenheid terug. Daarvoor moeten bestuurders het gesprek aangaan met de burgers, duidelijke doelen stellen en als er afspraken gemaakt zijn ook zorgen dat die nagekomen worden. Modern socialisme mag geen nieuwe hype zijn, die weer overwaait.

dinsdag 6 november 2012

Voorleven: voorbeeldig opvoeden


Wie alleen maar kan kruipen, zoekt houvast om te leren lopen. Houvast vergt duidelijke kaders en goede voorbeelden. Voorleven is een uitdaging voor opvoeders, het jongerenwerk, het onderwijs, de politiek en alle maatschappelijke organisaties.

Anders dan over geld en zorgpremies praten wordt het tijd dat ministers eens samen praten over de relatie opvoeden, onderwijs en cultuur en hier een maatschappelijk gedragen visie op  ontwikkelen.

Een pedagogische visie over opvoeden en samenleven.

Ouders vinden dat hun kind bijzonder is, en dus recht heeft op de beste begeleiding of hulp. De kernvraag is of het kind daar altijd beter van wordt. Met lekker sporten in een team kun je soms beter je energie kwijt en leer je vanzelf omgaan met anderen.

Opvoedingscrisis

In onze geïndividualiseerde maatschappij is het opnieuw aanbrengen van structuur in de opvoeding belangrijk, maar wel moeilijk. Vanuit de opvoedingsondersteuning weten we dat jongeren behoefte hebben aan steun en positieve communicatie enerzijds, en duidelijke kaders en toezicht anderzijds.

Volgens hoogleraar Jan Derksen van de Radboud Universiteit doen jeugdigen en hun ouders steeds meer een beroep op advisering en hulpverlening. Het stellen van diagnoses als ADHD, NLD, PDD-NOS, Asperger, of dyslexie gebeurd aan de lopende band.

Bij jongeren zelf  treed het eigen belang, een overtrokken zelfbeeld, en niet kunnen omgaan met teleurstellingen op de voorgrond. Derksen concludeert dat de oorzaak hiervan terug te leiden is naar het ontbreken van structuur in de opvoeding en onzekerheid bij opvoeders die niet meer weten hoe op te voeden en voorbeelden te stellen.

Opvoeden

Een asbak legen op straat? Dat doe je niet. Als je wilt dat je kind zich milieubewust gedraagt.

Het goede voorbeeld geven is niet gemakkelijk. Er heeft in de loop der jaren een verschuiving plaatsgevonden in opvoedingsstijl. Voorheen was de opvoeder heer en meester, nu lijkt het kind te regeren. 

Traditionele aangevers van opvoedkundige kaders, zoals de kerk, artsen, wijkagenten, postbode, onderwijzers, maatschappelijk werkers, toezichthouders,zijn uit het zicht verdwenen. Andere inzichten zoals, vrije opvoeding, het nieuwe leren, marktwerking, automatisering en efficiency heeft deze rolmodellen overbodig gemaakt, of hun handelswijze veranderd.

De jeugd stelt haar eigen kaders, en opvoeders gedogen dit, want het kind moet zich tot een bijzonder individu kunnen ontwikkelen.

Natuurlijk heeft elk kind bijzondere eigenschappen. Maar niet elke eigenschap moet worden  gekoesterd. Ook kinderen moeten leren om te gaan met de minder prettige gevolgen van hun eigenschappen. Hoe helpen we kinderen hun plaats te vinden in de maatschappij, gegeven alle goede en minder goede eigenschappen en voorbeelden in hun omgeving.

Rust, regelmaat en betrokkenheid.

In een complexe samenleving is het richten van alle aandacht op het gezin onvoldoende om structuur en betrokkenheid te creëren. Als voorbeeld de vluchtige internet- en mediacultuur. Niet alles wat op internet staat is waar, en wanneer uitingen op internet niet aan normale fatsoensregels voldoen dan kun je als gezin nog zo goed je best  doen maar je kinderen worden hier wel door beinvloed.

Samenwerken aan samenleven.

Maatschappelijke instanties kunnen dragers zijn van een nieuwe manier van voorleven, en laten zien hoe het anders en beter kan. Werken in groepsverband, en elkaar aanspreken behoeven meer aandacht als tegenhanger van individualisme en communicatie op afstand.

De aloude waarden van rust, regelmaat en betrokkenheid kunnen door scholen, instellingen en verenigingen in een bij deze tijd passende vorm worden uitgedragen. Wie werkzaam is in een maatschappelijke functie kan door voorbeeldgedrag structuur aanbrengen in het leven van mensen die daar moeite mee hebben.

De pers kan een bijdragen leveren door goed onderbouwde informatie te presenteren. En de politiek door genuanceerd en inhoudelijk te debatteren in plaats van inspelen op onderbuikgevoelens en het uitvergroten van incidenten.

Professionaliteit is echte ondersteunende aandacht

Als bureaucratische regels, marktdenken en de ver doorgevoerde protocollaire verantwoording de kern van hun werk aantasten kunnen en moeten professionals in zorg en opvoeding in verzet komen. Zorg is meer dan even een gesprek van vijf minuten. Professionals werken vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid, waar opvoeden en voorleven deel van uitmaken. Het is de taak  van maatschappelijke organisaties deze verantwoordelijkheid te ondersteunen en uit te dragen.

De burger

In een sterk marktgerichte maatschappij worden Burgers geleerd steeds meer voor de eigen rechten op te komen: ”Mijn kind moet het beste van het beste krijgen”. Belangrijke pedagogische uitgangspunten als gemeenschapszin en betrokkenheid veronderstelt juist oog voor alle kinderen, ook die van de buren. Wat is er mooier dan je als (jonge) burger gesteund te voelen door de sociale gemeenschap waar je deel van uitmaakt?

De menselijke maat en duurzaam samenleven zijn belangrijke uitgangspunten bij de opvoeding van onze jonge burgers.

De Overheid

De overheid is medefinancier en regisseur van verschillende dienstverlenende organisaties. De werkelijkheid is echter, dat zorg, welzijn, onderwijs,cultuur en media worden vermarkt en ingekocht op een aanbestedingsmarkt waar moreel besef van ondergeschikt belang is.

Kortom, Nieuwe regering. U zou alles moeten ondernemen om in ons zorg, onderwijs en cultuurbeleid meer aandacht te besteden aan het samen werken aan een prettige en voor iedereen toegankelijke samenleving.


Raf Daenen, Fractievoorzitter PvdA Oirschot, mede auteur perspectief op maatschappij in crisis

woensdag 31 oktober 2012

OPINIE: Eerlijke verdeling geld en goed?

Auteur: door Raf Daenen en Willem Vermeulen | woensdag 31 oktober 2012 | 02:39 |
 
De extreem hoge beloning van onder meer profvoetballers is slecht voor de maatschappelijke verhoudingen.
De maatschappelijke verhoudingen komen door graaiende zelfverrijking in gevaar. Het is tijd voor bezinning op de fundamenten van het economisch systeem.
Waarom heeft de een veel meer salaris of bezittingen dan de ander? Waarom verdient een profvoetballer veel meer dan een topkaatser, de directeur van een woningbouwvereniging acht keer zoveel als zijn secretaresse? Voor liberalen is de verdeling van bezit en macht de vanzelfsprekende resultante van vraag en aanbod.
Als er grote behoefte is aan schaarse goederen zoals olie, gaat de prijs omhoog. Als een goede directeur dringend nodig is, moet daarvoor fors worden betaald. Verschillen zijn er nu eenmaal. Zelfs als we opnieuw zouden beginnen met voor iedereen evenveel bezit zouden snel grote verschillen ontstaan. De ene mens heeft nu eenmaal meer talenten, werklust en behoeften dan de ander. Juist marktwerking geeft de prikkel om zich meer in te spannen. Overheidsingrijpen is uit den boze. Mensen die niet mee kunnen of willen doen, zijn losers. Armoede is hun verdiende loon.

Maar ook liberalen staan geen producten toe die anderen te gronde richten (vergif, drugs, etc.) of de natuur vernietigen. Zo vrij mag de vrije markt niet zijn. Want mensen kunnen liegen, anderen uitbuiten of uitschakelen. Het spel van vraag en aanbod is geen objectief mechanisme, geen natuurwet zonder morele dimensie. Zo zijn er bedrijven die het aanbod van goederen of diensten kunstmatig beperken om de prijs te verhogen. Behoeften worden gemanipuleerd. Neo-liberalen hanteren een kader van normen en waarden zoals verantwoordelijkheid, respect en zelfredzaamheid, maar dit kader kent weinig invulling. Een degelijke borging van normen en waarden is te vinden bij christelijke en sociaaldemocratische stromingen.

Er is een christelijke stroming die het verschil in inkomen en bezit rechtvaardigt op basis van voorbestemming door een hogere macht. Degenen die in dit ondermaanse moeten lijden, worden in het hiernamaals beloond. In een andere christelijke traditie worden deugden als soberheid en zorg voor elkaar benadrukt. De mens heeft de morele plicht om goede werken te verrichten en zich niet te laten leiden door egoïstische motieven. Ieder mens zal na zijn dood rekenschap moeten geven van wat hij heeft gedaan of nagelaten. Deze christelijke traditie benadrukt de persoonlijke morele dimensie die volgens de christenen bij het liberalisme ontbreekt en bij het socialisme teveel aan een bovenpersoonlijke macht, de staat, is overgedragen.

De sociaaldemocratie is een reactie op de uitwassen van de industriële revolutie. Marx beschreef hoe productiemiddelen door de bezittende klasse worden beheerd en arbeiders net genoeg loon krijgen om hun arbeid voort te zetten. Socialisten hebben deze ontwikkeling bestreden met het argument dat arbeid waarde toevoegt aan de natuurlijke middelen. Het is niet fair dat een beperkte groep over deze natuurlijke middelen beschikt. De staat moet het beheer van natuurlijke bronnen in goed rentmeesterschap op zich nemen. Iedereen die waarde toevoegt krijgt een eerlijke beloning. Ook in dit model kunnen verschillen in inkomen ontstaan.

De moraal: hoe groot mogen de verschillen zijn? Het is arrogant om te menen dat iemand zoveel bijdraagt aan de samenleving dat hij tien keer zo veel mag verdienen en bezitten als een ander. Wie dit wel meent, geeft het verkeerde voorbeeld en ontregelt het sociale systeem van bijdragen naar vermogen. Mensen die echt bijdragen aan de samenleving zijn niet zo hebzuchtig. Maximaal vier keer modaal lijkt redelijk. Degenen die dan dreigen naar het buitenland te vertrekken, kunnen we misschien maar beter missen.
De auteurs zijn Raf Daenen en Willem Vermeulen, schrijvers van het boek 'Perspectief op een maatschappij in crisis, samen leren, samen werken en samen leven'.

dinsdag 30 oktober 2012

Gemeenten van 100.000+


D66 hoeft niet in de regering te zitten om toch haar zin te krijgen. We hebben net de verweesde samenleving weer een beetje op orde en maken opnieuw dezelfde fout = de vlucht vooruit! Andermaal wordt er gedacht dat met schaalvergroting bezuinigd en efficiënt gewerkt kan worden.

Als we naar voorbeelden in Onderwijs, zorg en woningcorporaties kijken dan weten we dat dit niet het geval zal zijn. Grootschaligheid leid tot bureaucratie, vervreemding en het grote graaien. Onpersoonlijke managers die zonder betrokkenheid en passende verantwoordelijkheid de zaak overhoop halen. Vanuit de WMO gedachte en het sturen op zelforganisatie is dit de dood in de pot.

De kracht van de gemeenschap, wederzijdse betrokkenheid, zorgzaamheid en zelforganisatie moet dicht bij huis vorm krijgen. Ook in organisatieland is men er van overtuigd dat er overzichtelijk en in betrokkenheid georganiseerd moet worden. Buiten infrastructurele voorzieningen kunnen maatschappelijke zaken het best georganiseerd worden op basis van natuurlijke netwerken.

Regio Eindhoven is wat ons betreft hier het sprekende voorbeeld van. Samenwerking tussen stad en platteland op basis van wederzijds respect, diversiteit en eigen kracht. Dicht bij huis wat kan en het overkoepelende regelen we gewoon samen.

Persoonlijk zet ik ook nog grote vraagtekens bij bv decentralisatie van ejugd. Ieder kind heeft recht op een zelfde soort zorg en dat kan niet gemeente of regio afhankelijk zijn, Wat wel belangrijk is dat in de nabije wereld zelforganisatie en verantwoordelijkheid ontstaat en genomen wordt. Dat zijn de zaken die decentraal goed verankerd moeten zijn. Het zelfde geld wat mij betreft  voor huishoudelijke zorg. http://rafdaenen.blogspot.nl/2012/04/waardevolle-samenleving-is-een-keuze.html
 

Waardevolle samenleving is een keuze’

Meegaan in de vaart der volkeren of  het maken van waardevolle keuzes?
Het boek ‘Perspectief op een maatschappij in crisis’ van Raf Daenen en Willem Vermeulen richt zich op studenten en professionals in sociaal-agogische en pedagogische beroepen en op politici en beleidsmakers die ‘voorleven’ als speerpunt betogen. Het boek is rijkelijk opgeluisterd met praktijkvoorbeelden, waaronder negen interviews met mensen die zich inzetten voor een leefbare omgeving. Leuk is dat een viertal interviews in deze gemeente werd afgenomen. Stichting Buurtzorg, Beerse Boys, kleine kernenpromotors Martien Mattheeuwse en Corné Lathouwers en Stichting Kubes vertelden over hun motivatie. Daenen en Vermeulen stonden soms versteld van het ‘nederig, dienstbaar leiderschap’, dat zij in hun eigen boek vastlegden.
‘Je hebt een keuze: willen we een waardevolle of een impulsieve samenleving? Wordt het een borstvergroting of een goede ontmoeting waarin men elkaar accepteert?’, stelt Raf Daenen, mede-auteur van ‘Perspectief op een maatschappij in crisis.’ Een stelling die exemplarisch in het verhaal van de schrijvers zal blijken. De twee schreven al vaker samen, dit is het eerste boekje dat een lans breekt voor kleinschalige, dienstbare initiatieven in een maatschappij die niet alleen op financieel vlak in crisis verkeert, volgens de schrijvers. Het initiatief kwam van Daenen. ‘Als voormalig wethouder werd ik geconfronteerd met verschillende ontwikkelingen in de samenleving, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning was er daar één van. Ik wilde mijn ervaringen en inzichten overdraagbaar maken’, aldus de docent Maatschappelijke Ontwikkeling aan het Fontys. ‘Daarnaast ben ik ook een gruwelijke idealist natuurlijk!’, lacht hij. Ook Vermeulen komt uit het onderwijs. ‘Met schrijven als tweede passie’, verduidelijkt de Tilburger. ‘Mijn ervaring uit het onderwijs is onder meer dat kinderen uit lagere sociale milieus vaak de miskende talenten blijken.’ Na een gezamenlijk geschreven inleiding bleek uitgever Boom/Lemma direct enthousiast en bood de mogelijkheid er een boek van te maken. Daenen: ‘Onze werkwijze was doorgaans zo dat ik iets verzon en dat we dan op woensdag samen kwamen om erover te debatteren.’ Vermeulen glimlacht: ‘Raf had de meeste ideeën. Mijn taak was het dan systematiek erin aan te brengen.’ Het boek bevat een stuk theoretische verhandeling over hoe onze maatschappij op macro- én microniveau met problemen kampt, terwijl er aan de andere kant steeds nieuwe initiatieven opduiken, die de leefbaarheid ondersteunen. Daarvan vindt men in het boek een aantal uitgewerkte voorbeelden, in interviewvorm, van de VoorleesExpress tot Werken in Kenia. In deze gemeente werden voetbalvereniging Beerse Boys, Stichting Buurtzorg, de leefbaarheid van kleine kernen Spoordonk en Oostelbeers en evenementenondersteuner Stichting Kubes onder de loep genomen. Daenen bekent: ‘Ik was bij de interviews vaak verrast hoe men op een nederige, dienende wijze een voortrekkersrol vervulde. Velen bleken echt maatschappelijke vrijwilligheid als norm te hanteren!’
Crisis

Een gezonde samenleving in stand houden, waarin we voor elkaar zorgen blijkt toch vaak moeilijker dan gedacht. Vermeulen: ‘De maatschappij verkeert in crisis. Natuurlijk ook economisch, maar daaraan ligt een andere crisis ten grondslag, is mijn overtuiging. Bijvoorbeeld door de schaalvergroting in de zorg of “vermarkting” van het onderwijs wordt het systeem bureaucratischer. Daardoor voelen mensen zich minder betrokken. Bij Buurtzorg zie je bijvoorbeeld dat je toch prima en concurrerende zorg kan leveren met minder overhead, maar wel met slim organiseren. De structuur onder de initiatieven moet wel goed zijn natuurlijk. Een gemeente of een coöperatieve bank als Rabo willen best ondersteunen, maar zijn terecht beducht voor de vraag: “Wat als jullie je terug trekken? Dan zijn wij verantwoordelijk, terwijl we alleen een geldelijke ondersteuning bieden.” Gelukkig wordt er steeds beter georganiseerd, vaak met medewerking van een groot deel van een gemeenschap. Zie de verhalen in ons boek! Toch is het wel belangrijk te blijven subsidiëren. In tijd van crisis is men geneigd daar als eerste op te bezuinigen, maar bijvoorbeeld een ouderenbond kan met relatief weinig ondersteuning behoorlijk zelfstandig draaien. Als je de ondersteuning schrapt, waar blijven de ouderen dan? De kans is groot dat het de overheid uiteindelijk meer geld kost. “Pennywise, poundfoolish” heet dat dan. Dankzij een provinciaal stimuleringsfonds kon Beerse Boys het G-Voetbal opzetten. Dat draait nu fantastisch dankzij vrijwilligers en vervult zelfs een regionale functie!’

‘De crisis zit hem ook in onze individualiteit’, constateert Daenen. ‘Ik denk dat we slachtoffer zijn van de egocentrische emancipatie. Eerst hebben we als sociaal bewogen mensen ingezet op de bevrijding van het individu. Dat is vervolgens doorgeslagen. Neem een blad als Opzij, dat vroeger de ontmoeting tussen vrouwen voorstond, maar nu een liberaal egocentrisme promoot. Dat bevordert niet de acceptatie van elkaar.’ Vermeulen vult aan: ‘Mensen zoeken toch zingeving, verder dan rijkdom of consumeren. Maar wel in eigenheid, niet meer in de opgelegde dogma’s van vroeger. Maar wat we nu zien is, we willen mooi, rijk en gelukkig zijn, liefst voor altijd en door anderen geregeld. Het probleem is dat in onze huidige sociale structuur vaak degene die het hardst roep, het meeste krijgt.’ Daenen weer: ‘Ons ‘perspectief’ is eigenlijk een vingerwijzing. Aan burgers is het soms moeilijk uit te leggen, waarom de één anders behandeld wordt dan de ander, maar toch moet je het als bestuurder uitleggen. In die zin zitten er wel wat kritische noten in ons boek. Eén van de boodschappen is ook: néém je verantwoordelijkheid. Niet alles valt met wetten te regelen. En: kiezen we voor ons zelf of voor een ander? Voor een waardevolle of voor een impulsieve samenleving? Mijn opvatting is nog steeds dat je door te geven rijker wordt.’ Vermeulen weer: ‘Dat lees je ook terug in de interviews. Mensen putten kracht uit hun dienstbaarheid. Vaak komen zulke initiatieven juist voort uit de crisis. Het heeft als positief bijeffect dat we de bakens durven verzetten, in beweging willen komen.’ Het boek ‘Perspectief op een maatschappij in crisis’ is begin dit jaar uitgekomen en te bestellen via bol.com of via www.boomlemma.nl .

Door: Rens van Ginneken Weekjournaal

zaterdag 27 oktober 2012

Als we deze begroting goedkeuren weten we niet wat we goed keuren

Begroting 2013
Ik citeer: “grondexploitatie, kerntakendiscussie, ontwikkelagenda, actualisering beheersplannen, parkeerbeleid, onderhoud wegen krijgen eind van het jaar,na het vaststellen van deze begroting, hun beslag, zodat in januari besluitvorming kan plaatsvinden”. Kortom het College loopt achter de feiten aan.
Het tussentijds plunderen van de reserves fysieke en sociale leefomgeving (Woningbedrijf), daar hebben we als PvdA geen zin in.
Deze begroting 2013 wordt met kunst- en vliegwerk sluitend gemaakt:
·         Correctie prijsstijging                                                             €   60.000
·         Beheer openbare ruimte                                                       € 120.000
·         Activiteitenplan investeringen en exploitatie                    € 120.000
·         Kanteling WMO                                                                        60.000
·         Boekhoudkundige verhoging legesopbrengsten                50.000
·         Besparing studiekosten                                                          50.000

En voor een niet sluitende meer jarenbegroting wordt na het excuus van 2 x Toekomstvisie, nu als excuus het begrip kerntakendiscussie gebruikt. De echte keuzes worden  doorgeschoven naar de volgende regeerperiode.
Deze coalitie neemt geen financiële en organisatie verantwoordelijkheid. DGM en VVD roepen om het hardst bezuinigen, bezuinigen, maar geven al 3 jaar niet thuis als het gaat om het formuleren van keuzes en het zoeken naar structurele oplossingen.
De coördinerend portefeuillehouder Financiën gunt zijn collegae wethouders regelmatig hun speeltje, er is toch nog ruimte van 13 miljoen (reserves fysieke en sociale leefbaarheid) voor de ontwikkelagenda.
Als PvdA vinden we dat reguliere taken zoals bestemmingsplannen, beheersplannen en onderhoud wegen niet tot de ontwikkelagenda gerekend mogen worden.
Naast het financiële gestuntel horen we nu al weer voor de 4e keer ( analyse van de grondexploitatie), dat er binnen de organisatie een gebrek aan kennis en kunde is, er verkokerd gewerkt wordt en er geen overzicht is. Volgens de PvdA had deze coalitie voor het op orde krijgen van de organisatie en het activeren van de burgers een extra D’66 wethouder aangetrokken, die nog steeds op de begroting drukt, maar waar niets van terechtgekomen is.
Als het om de organisatie is merken we als PvdA nog steeds geen structurele keuzes met visie. Het College saneert de oude medewerkers weg (kost geld) en er worden op projectbasis vanuit fysieke en sociale leefbaarheidsreserves dure externen ingehuurd.
Geen kritiek zonder oplossingen
Wij  streven als PvdA naar een slanke burgergerichte organisatie. Oirschot als zelfstandige gemeente, een duurzaam monument in het groen. Een gemeente die vanuit de eigen kracht in een innovatieve regio samenwerkt in SRE verband.
Voor ons als PvdA betekent dit:

·         Deskundige, creatieve en gedreven medewerkers

·         Een niet verkokerde organisatie die stuurt op samenwerken

·         Op niveau, efficiënt en deskundige uitwisseling en samenwerking in SRE verband
Ons doel is een efficiënte organisatiestructuur en -cultuur.
Dit vraagt eerst en vooral een standvastige coalitie die weet wat ze wil. Een Politiek verantwoordelijk bestuur dat een krachtig management op pad stuurt.
Kerntakendiscussie, herijking grondbeleid en de ontwikkel agenda kunnen pas zin en betekenis krijgen als financiën en organisatie vanuit visie op orde is, of in orde gemaakt wordt.