Is
Koning Burger de weg kwijt?
Wanneer
een politicus mensen oproept om te scanderen ‘minder Marokkanen’ en daarop
reageert met: ‘dat gaan we regelen’, dan
is er iets fundamenteel mis met deze politicus, maar ook met degenen die zich
tot het scanderen laten verleiden. Hoe kunnen we dit gedrag begrijpen, en is
het gedrag te veranderen?
Sociale wetenschappers wijzen er op dat in de
huidige samenleving via allerlei kanalen de burger wordt verleid tot directe
bevrediging van vaak egoïstische behoeften.
In veel reclame boodschappen moet alles hier en nu, meteen voor ons
bereikbaar zijn. We zijn inmiddels via de media geprogrammeerd om niet langer
te dulden dat we niet onmiddellijk krijgen wat we willen. Als deze
werkelijkheid wordt gefrustreerd, omdat banen verloren gaan, omdat het inkomen
onzeker wordt, of omdat de WW termijn wordt verkort, dan zoeken we naar een zondebok. Dan krijgen voorbeeldfiguren die
haat zaaien en zondebokken aanwijzen de ruimte. Dat gebeurt zeker als er verhalen
rondgaan over een Marokkaanse vrouw, die iedere maand 1.400 euro opgestuurd
krijgt van Sociale Zaken in Nederland.
Dat soort verhalen vormt een prima voedingsbodem voor de opruiende taal
van figuren (volksmenners??) zoals Wilders. Zeker als zittende bewindslieden hier
tegen alleen verdedigende rationaliseringen inbrengen, in plaats van enige vorm
van mild begrip. Rationaliseren is niet het medicijn tegen de maatschappelijke
crisis, want crisis voltrekt zich juist buiten de ratio, statistieken en
maatregelen.
Daarop werd de PvdA werd bij de
gemeenteraadsverkiezingen afgerekend. Niet op de inhoud van haar argumentatie,
maar op de emotie die de wijze van argumenteren opriep. In Oirschot lukte het
ons om een toenaderende, luisterende campagne te voeren met een krachtig, in de
maatschappij verankerd team en met jeugdig elan, met een verbindend bezoek van
Jeroen Dijsselbloem en met inhoudelijk goede, wat humoristisch relativerend
ingestoken debatten. Dit riep positieve reacties op, tot het moment dat de
landelijke politici zich gingen manifesteren tijdens de campagne. Vanaf dat
moment ontstond er, in reactie op de landelijke tv-debatten, steeds vaker een
enigszins agressief tegengeluid. Mensen voelden zich in hun emotie aangetast,
voelden zich niet gezien of gekend en in hun bestaanszekerheid bedreigd. Zo
gaven deze debatten extra voer aan een al negatief ervaren werkelijkheid.
Hoe is het tij te keren? De Amerikaanse filosofe
Martha Nussbaum pleit er in haar boek ‘Niet voor de winst’ voor, dat we als
samenleving moeten investeren in een andere weg. We moeten opvoeden tot
democratie. Dat betekent onder meer dat het huidige onderwijs-gericht-op-winst
moet transformeren naar onderwijs-gericht-op-democratie. Antimorele motieven
worden ingeruild voor redelijkheid. Het antwoord op ophitsende politiek is het
herwaarderen van het belang van argumenteren. De basis voor de argumentatie
ligt in het besef dat we wereldwijd van elkaar afhankelijk zijn. Het besef van
wereldburgerschap is fundamenteel voor de discussie over hoe de samenleving op
een goede manier te organiseren. Het betekent dat iedereen gelijke kansen moet
krijgen om te participeren, en dat ieder mens een eigen constructieve bijdrage
kan leveren aan de maatschappij. Daarvoor moet het egoïstische eigenbelang soms wijken. Anderzijds moet niet alles
gerationaliseerd worden en in kosten-baten beslismodellen gepresenteerd. Er
moet ruimte blijven voor creativiteit, en we moeten durven investeren in
fantasie en verbeelding.
Onze maatschappij in crisis behoeft vanuit de
geesteswetenschappen weer diepte-investeringen in de betekenis van werkelijk
samen leven. Dit betekent ook een heroriëntatie op de doorgeschoten
marktwerking. Waar en wanneer is marktwerking functioneel, en wanneer juist niet.
Het is noodzakelijk om te komen tot een samenlevingsbrede heroriëntatie, op de
basale waarden van samenleven en op de randvoorwaarden die dat vereist op het
gebied van zorg, opvoeding en onderwijs tot constructief burgerschap. Daarbij
wordt het ook hoog tijd voor een heroriëntatie op het maatschappelijk
voorbeeldgedrag van sleutelfiguren. Het maatschappelijk midden de (sociale)
Professional hoort in deze de kar te trekken en weer los te komen van de marktgerichte ZZP slavernij.
Als we dat realiseren, dan kunnen we de stap zetten
van Koning Burger die alles naar zijn hand wil zetten, naar de koninklijke
burger die zich ten volle realiseert dat het zelf goed hebben ook betekent de
verplichting om goed te zijn voor anderen.