maandag 31 maart 2014

de koninklijke burger


Is Koning Burger de weg kwijt?

Wanneer een politicus mensen oproept om te scanderen ‘minder Marokkanen’ en daarop reageert met:  ‘dat gaan we regelen’, dan is er iets fundamenteel mis met deze politicus, maar ook met degenen die zich tot het scanderen laten verleiden. Hoe kunnen we dit gedrag begrijpen, en is het gedrag te veranderen?

Sociale wetenschappers wijzen er op dat in de huidige samenleving via allerlei kanalen de burger wordt verleid tot directe bevrediging van vaak egoïstische behoeften.  In veel reclame boodschappen moet alles hier en nu, meteen voor ons bereikbaar zijn. We zijn inmiddels via de media geprogrammeerd om niet langer te dulden dat we niet onmiddellijk krijgen wat we willen. Als deze werkelijkheid wordt gefrustreerd, omdat banen verloren gaan, omdat het inkomen onzeker wordt, of omdat de WW termijn wordt verkort, dan zoeken we naar  een zondebok. Dan krijgen voorbeeldfiguren die haat zaaien en zondebokken aanwijzen de ruimte. Dat gebeurt zeker als er verhalen rondgaan over een Marokkaanse vrouw, die iedere maand 1.400 euro opgestuurd krijgt van Sociale Zaken in Nederland.  Dat soort verhalen vormt een prima voedingsbodem voor de opruiende taal van figuren (volksmenners??) zoals Wilders. Zeker als zittende bewindslieden hier tegen alleen verdedigende rationaliseringen inbrengen, in plaats van enige vorm van mild begrip. Rationaliseren is niet het medicijn tegen de maatschappelijke crisis, want crisis voltrekt zich juist buiten de ratio, statistieken en maatregelen.

Daarop werd de PvdA werd bij de gemeenteraadsverkiezingen afgerekend. Niet op de inhoud van haar argumentatie, maar op de emotie die de wijze van argumenteren opriep. In Oirschot lukte het ons om een toenaderende, luisterende campagne te voeren met een krachtig, in de maatschappij verankerd team en met jeugdig elan, met een verbindend bezoek van Jeroen Dijsselbloem en met inhoudelijk goede, wat humoristisch relativerend ingestoken debatten. Dit riep positieve reacties op, tot het moment dat de landelijke politici zich gingen manifesteren tijdens de campagne. Vanaf dat moment ontstond er, in reactie op de landelijke tv-debatten, steeds vaker een enigszins agressief tegengeluid. Mensen voelden zich in hun emotie aangetast, voelden zich niet gezien of gekend en in hun bestaanszekerheid bedreigd. Zo gaven deze debatten extra voer aan een al negatief ervaren werkelijkheid.

Hoe is het tij te keren? De Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum pleit er in haar boek ‘Niet voor de winst’ voor, dat we als samenleving moeten investeren in een andere weg. We moeten opvoeden tot democratie. Dat betekent onder meer dat het huidige onderwijs-gericht-op-winst moet transformeren naar onderwijs-gericht-op-democratie. Antimorele motieven worden ingeruild voor redelijkheid. Het antwoord op ophitsende politiek is het herwaarderen van het belang van argumenteren. De basis voor de argumentatie ligt in het besef dat we wereldwijd van elkaar afhankelijk zijn. Het besef van wereldburgerschap is fundamenteel voor de discussie over hoe de samenleving op een goede manier te organiseren. Het betekent dat iedereen gelijke kansen moet krijgen om te participeren, en dat ieder mens een eigen constructieve bijdrage kan leveren aan de maatschappij. Daarvoor moet het egoïstische eigenbelang  soms wijken. Anderzijds moet niet alles gerationaliseerd worden en in kosten-baten beslismodellen gepresenteerd. Er moet ruimte blijven voor creativiteit, en we moeten durven investeren in fantasie en verbeelding.

Onze maatschappij in crisis behoeft vanuit de geesteswetenschappen weer diepte-investeringen in de betekenis van werkelijk samen leven. Dit betekent ook een heroriëntatie op de doorgeschoten marktwerking. Waar en wanneer is marktwerking functioneel, en wanneer juist niet. Het is noodzakelijk om te komen tot een samenlevingsbrede heroriëntatie, op de basale waarden van samenleven en op de randvoorwaarden die dat vereist op het gebied van zorg, opvoeding en onderwijs tot constructief burgerschap. Daarbij wordt het ook hoog tijd voor een heroriëntatie op het maatschappelijk voorbeeldgedrag van sleutelfiguren. Het maatschappelijk midden de (sociale) Professional hoort in deze de kar te trekken en weer los te komen  van de marktgerichte ZZP slavernij.

Als we dat realiseren, dan kunnen we de stap zetten van Koning Burger die alles naar zijn hand wil zetten, naar de koninklijke burger die zich ten volle realiseert dat het zelf goed hebben ook betekent de verplichting om goed te zijn voor anderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten