donderdag 23 december 2010

Zorgen over jeugdbeleid en jeugdzorg

Vandaag vragen gesteld in de Oirschotse gemeenteraad over het oprichten van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Al eerder hebben we als PvdA schriftelijke vragen gesteld over de invoeringsdatum en strategie van het Centrum voor Jeugd en Gezin binnen de gemeente Oirschot.

Volgens onze berichten is iedere gemeente per 1 januari 2011 verplicht een vorm van inloop of viruteel Centrum voor Jeugd en Gezin te hebben.
  • Kloppen deze berichten nu wel of niet?
  • Wat is er tot nu toe gebuerd met de doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin?
  • Lopen we nu subsidie mis of worden we anderszins als gemeente gesanctioneerd?
  • Wordt er met betrekking tot het Centrum voor Jeugd en Gezin samengewerkt in Kempen verband?

Als PvdA hebben we de indruk dat na de formulering van een concept visie januari 2009 er nog weinig gebeurd is. In het belang van onze opgroeiende jeugd roepen wij het college op, als de wiede weerga aan de slag te gaan en de discussie met de raad, onze inwoners, verenigingen en de professionele instellingen voortvarend aan te pakken!

Deze gang van zaken  is een rede te meer om vanuit Provinciale Staten te bewaken dat een zorgvuldige overdracht van de Jeugdzorg richting gemeenten plaats vindt. Ik steun van harte het principe dat de zorg voor jeugd zo dicht mogelijk bij het samenleven van mensen aansluit. Echter zeker met bezuiningingen voor de boeg maak ik me toch wat zorgen of gemeenten voldoende politieke en bestuurlijke prioriteit geven aan deze de overdracht. Voor mij heeft het bewaken van een duurzaam jeugdbeleid de hoogste prioriteit. Ik heb hierbij de volgende prioriteiten:

  1. Professionele organisaties zijn dienstbare netpartner als het gaat om het belang van ouder en kind en de het samenwerken aan een goed opvoedkundig klimaat thuis en in de samenleving.
  2. Professionele medewerkers en vrijwilligers van alle plaatsen waar jeugdigen komen (bijvoorbeeld scholen, sportclubs, speeltuinen), zijn zich bewust van hun opvoedende taak. Hun activiteiten zijn gericht op een gezonde ontwikkeling van de jeugdige.
  3. De cultuur in voorzieningen en organisaties voor jeugdigen is gezond voor de persoonlijke ontwikkeling van de jeugdige. Dat wil zeggen dat de cultuur gericht is op gemeenschappelijkheid en op zorgzaamheid voor elkaar.
  4. (Dreigende) storingen in een gezonde ontwikkeling van de jeugdige worden gesignaleerd. In een zo vroeg mogelijk stadium wordt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) om advies gevraagd.
  5. Als jeugdigen en/of hun ouders hulp of ondersteuning nodig blijken te hebben, wordt die zo dicht mogelijk bij huis geleverd. Op die manier komt de jeugdige niet buiten zijn eigen leefwereld te staan.
  6. Als ontsporing van een jeugdige onvermijdelijk is gebleken, moet hierop op de juiste wijze worden gereageerd. Algemene voorzieningen zijn daartoe niet meer toereikend. Gespecialiseerde organisaties zullen hier het voortouw moeten nemen. Ontspoorde jongeren mogen geen negatieve invloed krijgen op de cultuur in algemene voorzieningen.
  7. Er wordt efficiënt samengewerkt met organisaties die bijdragen aan de gezonde ontwikkeling van jeugdigen én met opvolgende organisaties die meer gespecialiseerde hulp en ondersteuning leveren. Het scharnierpunt voor de samenwerking is het Centrum voor Jeugd en Gezin.
  8. De professionele inzichten van beroepskrachten zijn een belangrijke leidraad in organisaties.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten