OPINIE: Onderschat kracht kleine gemeente niet
Auteur: door Raf Daenen | woensdag 27 juni 2012 | 02:39 | Laatst bijgewerkt
op: woensdag 27 juni 2012 | 09:53
Gemeenten moeten waar nodig samenwerken
om tegelijkertijd gebruik te kunnen blijven maken van de eigen kracht van de
kleine gemeenschap.
Nog geen vijf jaar geleden waren we in
de Kempen trots op de kracht van onze kleine kernen. Esbeek won de dorpenderby,
Spoordonk heeft zijn dorpscafé, Lage Mierde won de strijd om de vrijwillige
brandweer, De Weebos vecht voor het behoud van zijn basisschool, in Casteren
bouwen starters, Wintelre heeft zijn dorpshuis, Hoogeloon een innovatief
zorgconcept et cetera. Het zijn allemaal initiatieven waarbij de gemeenschap
het heft in eigen handen neemt, voorbeelden van participatie, zorg voor de
jeugd en maatschappelijke ondersteuning.Maar nu lijkt het tij te keren. Onder invloed van de bezuinigingen van de voormalige gedoogcoalitie wordt de oude mantra dat kleine gemeenten de uitdaging van jeugdzorg, werken naar vermogen en WMO niet aankunnen, weer uitgedragen. Volgens deze visie moet schaalvergroting de kwaliteit van de dienstverlening en de bestuurskracht verbeteren, met minder ambtenaren en bestuurders.
Men vergeet dan dat organisatieonderzoek heeft aangetoond dat grootschaligheid niets te maken heeft met efficiëntie van organiseren of met kostenbeheersing. Er zijn slecht functionerende grote en kleine organisaties. Wel blijkt uit de analyse van de Amarantis scholengemeenschap het risico dat grootschaligheid tot vervreemding en grootheidswaanzin leidt. Een feit is dat bij opschaling duurdere en minder betrokken ambtenaren en bestuurders worden ingezet.
De financiële problemen in Reusel hebben niets te maken met kleinschaligheid, maar met wanbestuur en verkeerde ambities. Als het om een grote gemeente zou gaan, zouden de problemen uiteindelijk nog groter zijn geweest.
Bij de WMO, CJG en WWNV gaat het om meedoen, aanspreken op eigen kracht en oplossingsvermogen in de kleine wereld. Dat vraagt om activiteiten die niet worden georganiseerd door vervreemdende grootschaligheid, want die leiden alleen tot meer beheersing en bureaucratie.
René Cuperus (schrijver van 'De wereldburger bestaat niet'), Jan Marijnissen en anderen stellen dat tussen de polen van globalisering en ressentiment aandacht voor de directe leefwereld van mensen erg belangrijk is.
Natuurlijk kunnen we mondiale problemen op het gebied van informatie en menselijke ontmoetingen niet oplossen vanuit kleine gemeenten, maar dat lukt de grote gemeenten evenmin.
Het gaat in essentie om de vraag hoe een efficiënte wijze van samenwerken kan worden georganiseerd. Ondersteunende infrastructuur waar iedereen recht op heeft en gebruik van maakt (water, elektriciteit, openbaar vervoer, informatie, onderwijs en zorg) kan op basis van standaardisatie efficiënter samenwerkend georganiseerd worden.
Helaas is de huidige gemeentelijke samenwerking in de Kempen bestuurlijk verstopt. Er zijn 25 managers en bestuurders die niet voor elkaar onder willen doen. Dat is een groot probleem.
Om een lang verhaal kort te maken: het grote gevaar van opschaling van gemeenten is het verlies van het contact met de burgers en het niet meer zien en gebruiken van de eigen kracht van de gemeenschap.
Anderzijds is efficiënte samenwerking tussen gemeenten op vele manieren mogelijk. Voor Oirschot stel ik me een samenwerking (van Bergeijk tot Oisterwijk) voor, binnen één efficiënte dienstverlenende organisatie (zoals een Bureau Inkoop en Aanbesteding of een Milieudienst). En voor het overige vervullen we als zelfstandige historisch-monumentale gemeente met krachtige sociaal culturele kernen gewoon onze rol in Brainport en Brabantstad.
Door Raf Daenen, fractievoorzitter van de PvdA Oirschot en mede-auteur van 'Perspectief op een maatschappij in crisis'.
met verbazing heb ik de laatste jaren kennis genomen van de (afgedwongen) schaalvergroting op verschillende gebieden: landbouw, onderwijs, zorg en ook gemeentelijke samenvoegingen. Sinds enige tijd is er, mede als gevolg van financiele misstanden, mismanagement, verlies van betrokkenheid en onpersoonlijkheid een kentering zichtbaar, met als laatste ommekeer het met elkaar opsplitsen van twee grote onderwijsinstellingen in Rotterdam. Ik ben van mening dat efficiente saenwerking in grotere verbanden met behoud van eigen identiteit en verantwoordelijkheid meer mogelijkheden biedt en een grotere persoonlijke betrokenheid tot gevolg heef.
BeantwoordenVerwijderen