Waar de verkiezingen over zouden moeten gaan
Auteur: door Raf Daenen en Willem Vermeulen | woensdag 15 augustus 2012 | 10:20
Er zijn economen die menen dat alle menselijk gedrag bepaald wordt door een berekening van kosten en baten.
De mens wordt gezien als homo economicus die alles afweegt. De marktsamenleving geeft voeding aan de berekenende mens. In zo'n samenleving worden namelijk alle activiteiten in geldwaarden uitgedrukt. Zo kun je lange wachtrijen omzeilen door extra te betalen. In de VS kun je artsen betalen om meteen geholpen te worden. Ook in Nederland sluipt de marktwerking in de zorg, denk aan de vrije tandartstarieven. De prijzen gaan wel omhoog. De zorg wordt minder toegankelijk voor lage inkomens. Door de marktwerking wordt het verschil tussen armen en rijken groter.
Wat is daar mis mee? Maakt geld niet onmiddellijk duidelijk wat de waarde is van producten of activiteiten? Hoe hoger het bedrag dat men daarvoor over heeft, hoe waardevoller. Zo wordt bepaald wat zorg, onderwijs, vriendschap, liefde, fatsoen, kunst, omgangsvormen, informatie of gezondheid ons waard is. Nee, het idee dat alles te koop is stuit gelukkig nog velen tegen de borst. Er worden veel activiteiten verricht die economisch 'waardeloos' zijn. Een zieke bezoeken, alle vrijwilligerswerk. Activiteiten zoals onderwijs, cultuur, zorg voor elkaar zijn zo fundamenteel voor de maatschappij dat deze niet aan een elite met geld voorbehouden moeten zijn. Als dit wel gebeurt, dan krijgen we weer een niets bezittende onderklasse die gemakkelijk prooi wordt van extremistische bewegingen die een vals perspectief bieden.
Veel maatschappelijke instituties zoals onderwijs, welzijnswerk, sport, zorg, zijn onderhevig aan marktwerking, of dreigen dat te worden. Daardoor vermindert de gelijkheid van kansen om aan maatschappelijke activiteiten deel te nemen. Bovendien verziekt een marktsamenleving ons moreel en sociaal besef omdat het verschillen tussen mensen rechtvaardigt. Wie minder middelen heeft krijgt volgens de marktprincipes ook minder, en wie niets heeft mag enkel nog creperen. Om deze dreiging het hoofd te bieden moeten begrippen zoals ethiek, moreel besef en maatschappelijk fundament weer hergewaardeerd worden.
Als dat niet gebeurt bestaat het gevaar dat we op een maatschappij afstevenen waar pedagogische uitgangspunten geen waarde hebben. Opvoeding, fatsoen, eerlijkheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en naastenliefde worden dan als achterhaalde begrippen gezien. In een marktmaatschappij moet je je kansen grijpen, ook al gaat het ten koste van anderen. Het leidt dus tot puur opportunisme. We weten uit de sociale, ethische en filosofische wetenschappen dat opportunisme geen oplossing biedt voor fundamentele menselijke en maatschappelijke vraagstukken.
Mensen functioneren bij de gratie van een sociaal-pedagogisch kader, waarin het stellen van grenzen in combinatie met een positief perspectief het meest effectieve en duurzame maatschappelijk rendement oplevert. Als ook dit sociaal-pedagogisch kader wordt vermarkt krijgen politieke partijen zoals het CDA, CU, GL of PvdA het moeilijk om hun verhaal over normen en waarden of sociaal maatschappelijk fundament over het voetlicht te brengen. Waarom zouden we rekening houden met onze naasten, of het milieu en de natuur bewaken, goed rentmeesterschap betrachten, of eerlijk delen en gelijke kansen scheppen, als de markt dit regelt? Degenen die over weinig middelen beschikken vluchten naar de partijen der verweesden met hun vaak haatzaaiende en polariserende leiders.
Marktwerking kent grenzen, juist op sociaal-maatschappelijk terrein. De vraag waar we voor staan is of we toelaten dat de marktsamenleving doorzet. Willen we dat alles te koop is, of stellen we grenzen aan de marktwerking? Hier moet de politieke en maatschappelijke discussie over worden gevoerd, dat wil zeggen: er moet een moreel debat gevoerd worden. Wie gaat de uitdaging aan?
Raf Daenen en Willem Vermeulen zijn auteurs van het boek 'Perspectief op een maatschappij in crisis'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten