dinsdag 3 september 2013

Allemansvriend


Verbinden en leiden
Als politicus sta je voortdurend voor de vragen: “op welke ontwikkelingen moet ik wel en niet reageren”, en “hoe zal ik reageren?”. Ik kan uit ervaring zeggen dat het soms verleidelijk is om op elke gebeurtenis of gerucht in te gaan. Maar het kan schadelijk zijn om onmiddellijk te reageren zonder je in standpunten te verdiepen of zonder feiten te checken. Als je er direct vol ingaat, lijkt het dat je actueel en scherp bent. Maar als je vervolgens gespierde taal gebruikt om durf uit te stralen, doe je al gauw ongelukkige uitspraken waar je niet ongestraft op terug kunt komen. Ik vind daarom dat je goed moet overwegen waar je wel op ingaat en waarop niet. En je moet oppassen met het voor de vuist weg reageren. Het is meestal beter om eerst van verschillende kanten informatie te verzamelen of standpunten te horen. Dat betekent dat je met verschillende partijen of belanghebbenden contact opneemt. Ik zit meestal op de lijn van hoor en wederhoor. Blijkbaar kan dit het beeld oproepen dat je beschouwd wordt als iemand die met iedereen mee praat. Dat overkwam mij onlangs, toen ik op een feestje aan de aanwezigen werd voorgesteld en er bij werd gezegd: “wie is niet de vriend van Raf Daenen?” Vervolgens werd ik door een van de aanwezigen betiteld als “allemansvriendje. Ik moet zeggen dat dit me persoonlijk raakte, maar het heeft me ook aangezet tot nadenken over mijn aanpak en het beeld dat sommigen van mij hebben.
Ik zie twee manieren waarop je kunt proberen om een impuls te geven aan gewenste veranderingen in de samenleving. De ene manier is ver uitlopen voor de muziek, en als visionair schetsen wat er allemaal moet gebeuren om maatschappelijke problemen op te lossen. Ik zie in de media allerlei goeroes langstrekken met grote ideeën over het verbinden van mensen door middel van virtuele netwerken, of over de zegeningen en opbrengsten van het nieuwe werken. Er worden ideaalbeelden geschapen die zijn bedoeld om ons allemaal de goede richting uit te sturen. De andere manier om gewenste ontwikkelingen in gang te zetten is het kijken, luisteren en voeling houden met mensen in de nabije omgeving. Je kunt samen met hen werken aan verbeteringen, zoals in veel kleine ontwikkelingsprojecten gebeurt. Deze laatste werkwijze past meer bij mij. Dat betekent niet dat ik geen visie heb over hoe de maatschappij er in de toekomst uit mag zien. Ik wil echter niet als een profeet voor de massa uitlopen en als eenling op een voetstuk geplaatst worden. Ik zie meer heil in het samen optrekken met mensen. Dat betekent dat ik wil weten wat mensen bezighoudt, dat ik hun verhaal wil horen en waar nodig met hen in debat gaan.
Ik geloof in de kracht van de gemeenschap, ik ben er van overtuigd dat je problemen kunt aanpakken door gebruik te maken van vermogens die in de samenleving zelf aanwezig zijn. Dan denk ik aan zaken zoals participatie in buurtactiviteiten, vrijwilligerswerk, mantelzorg, maatschappelijke ondersteuning of verenigingsactiviteiten. Deze activiteiten zijn zinvol en tevens kostenbesparend, zo lang de mensen niet overvraagd worden. Ik vind het essentieel dat er een breed draagvlak wordt geschapen voor activiteiten die er werkelijk toe doen. Door dat draagvlak kan de samenleving beter functioneren, en het vinden van draagvlak begint in de kleine wereld.
In de samenleving zijn er verschillende groepen. Er zijn groepen voor wie het niet snel genoeg kan veranderen, maar ook groepen die steeds op de rem gaan staan. De verhouding tussen deze groepen kenmerkt de dynamiek van het samenleven. Ik wil daarin een verbindend element zijn. Dat betekent dat ik moet weten wat de vernieuwers drijft en wat de belangen van de behoudenden zijn. Maar ook moet ik weten voor welke doelen, met welke middelen en binnen welke speelruimte de samenleving zich kan ontwikkelen. Als voorbeeld noem ik de reorganisatie van de gezondheidszorg:. Mijn eerste vraag is steeds: “waar gaat het om?” Het antwoord is in dit geval: hoe kunnen we op een slimme manier als samenleving op betaalbare wijze de gewenste kwaliteit leveren. Vervolgens kun je je afvragen wat er dan in functie van dat doel gedaan kan worden door mantelzorgers of vrijwilligers. Maar ook moet je goed nagaan welk soort zorg te ingewikkeld of te veeleisend is om aan vrijwilligers over te laten. Soortgelijke afwegingen laat ik de revue passeren bij vraagstukken over het in stand houden van de bibliotheek, of de exploitatie en het onderhoud van sportvelden of plantsoenen. Uit de overwegingen vorm ik me een beeld van de toekomst, maar niet zonder daarbij steeds de betreffende spelers te betrekken, en verschillende belangen en standpunten in beschouwing te nemen.
Op een gegeven moment, na het afwegingsproces, moeten er besluiten worden genomen. Omdat er goed naar iedereen is geluisterd en het gesprek is aangegaan, weet ik welke denkbeelden, belangen en emoties er spelen. Als ook de beslisruimte duidelijk is, kan een beslissing volgen waardoor iedereen zoveel mogelijk recht wordt gedaan. Als het besluit eenmaal op goede gronden is genomen zal ik daar ook achter gaan staan, en toezien op een uitvoering zoals afgesproken. Geen gesjoemel achteraf.
Het investeren in nuancering, communicatie, omgangsvormen en goede vormen van samenwerken in onze directe omgeving, de kleine wereld, maakt dat zaken prettiger en betaalbaar blijven. Als ik door mijn manier van doen hier een bijdrage aan kan leveren vind ik het niet erg om als allemansvriendje te worden betiteld.aa

Geen opmerkingen:

Een reactie posten