donderdag 29 november 2012

Het nieuwe werken niet voor iedereen een vooruitgang


Mensen die behoefte hebben aan structuur, profiteren niet van ‘het nieuwe werken’. Meer eigen verantwoordelijkheid, thuis werken en flexibele werktijden motiveren hen niet extra en verbeteren hun creatieve prestaties evenmin. Dat blijkt uit onderzoek waarop psycholoog Marjette Slijkhuis op 29 maart 2012 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Werkgevers kunnen met het nieuwe werken minder besparen dan ze denken.’

Het werkende leven verandert. In steeds meer organisaties bepaalt niet langer de leidinggevende waar of wanneer medewerkers werken, maar doen zij dit zelf. Deze verandering wordt wel aangeduid als ‘het nieuwe werken’. Door inzet van nieuwe (communicatie)technologie kunnen mensen een deel van hun werk thuis doen, op zelfgekozen werktijden. Veel werkgevers omarmen het nieuwe werken. Zij denken te kunnen bezuinigen en tegelijk aan de wensen van hun personeel tegemoet te komen. Maar zo eenvoudig is het niet, toont Slijkhuis aan.
Minder gemotiveerd
Slijkhuis enquêteerde honderden medewerkers uit de overheidssector, het onderwijs, de consultancy- en de technische sector. Slechts een deel van de werknemers profiteert van het nieuwe werken, zo laat haar onderzoek zien. Mensen met een geringe behoefte aan structuur geven aan dat zij extra gemotiveerd raken door de vrijheid en flexibiliteit van het nieuwe werken. Maar mensen met een grotere behoefte aan structuur raken niet extra gemotiveerd, en hun creatieve prestaties nemen niet toe. Slijkhuis: ‘Veel werkgevers denken dat íedereen op vrijheid en autonomie zit te wachten. Mijn onderzoek laat zien dat dat niet klopt.’
Liever een duidelijke chef
Het nieuwe werken verandert de manier waarop leidinggevenden feedback geven. Zij oefenen minder toezicht uit op de manier van werken, maar sturen vooral op de geboekte resultaten. Deze andere manier van leidinggeven werkt niet voor alle medewerkers even goed, zo blijkt uit een veldstudie. Mensen met een geringe behoefte aan structuur raken gedemotiveerd door controlerende praktijken van hun leidinggevende. Maar mensen die behoefte hebben aan structuur, stellen het juist op prijs wanneer hun werkwijze stap voor stap wordt gecontroleerd.
Jongeren niet autonomer
Opvallend is dat deze uitkomsten niet alleen gelden voor ouderen, maar ook voor jongeren. Slijkhuis: ‘Onze studie naar motivatie en feedbackstijl voerden we uit onder studenten. Er wordt vaak beweerd dat jongeren meer behoefte hebben aan vrijheid en autonomie dan ouderen, maar ook onder de studenten bleek een duidelijke groep behoefte te hebben aan een controlerende vorm van feedback.’
Minder besparen
Met haar onderzoek laat Slijkhuis zien dat het nieuwe werken niet voor iedereen een vooruitgang is. Werkgevers kunnen er dan ook minder mee besparen dan ze denken: sommige van hun werknemers zullen niet beter presteren. Maar ook werknemers moeten hun ideeën bijstellen. Slijkhuis: ‘Je hoort vaak dat iedereen zo zelfstandig en zo onafhankelijk mogelijk wil werken. Maar dat is niet zo. Sommige mensen hebben wel degelijk behoefte aan een leidinggevende die ze duidelijk vertelt wat ze moeten doen. Maar dat is niet eenvoudig om toe te geven.’

vrijdag 23 november 2012

Decentralisaties


Burgers zullen massaal gaan klagen

binnenlandsbestuur 23/11/2012

Decentralisatie, oorspronkelijk bedoeld om overheidstaken op het juiste niveau uit te laten voeren is zo langzamerhand de toverformule geworden om bezuinigingen van de nationale overheid af te wentelen op de decentrale overheden. Als decentralisatie tot ongelijkheid in verschillende regio’s of gemeenten leidt, dan schieten we het doel voorbij, want:
Jongeren in Leeuwarden of Westelbeers hebben recht op dezelfde ondersteuning en zorg.
Ouderen in Oirschot hebben recht op dezelfde voorzieningen als ouderen in Vaals.
Te ver doorgeschoten decentralisatie is de verkeerde strategie voor een belangrijke uitdaging. Die uitdaging is dat we burgers willen stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen voor het samenleven dat binnen hun reikwijdte ligt.
Privatisering en concurrentie in de publieke sector is daarom niet de oplossing. Natuurlijk moet het stimuleren van zelforganisatie en het nemen van verantwoordelijkheid voor je omgeving dicht bij huis plaatsvinden. Maar wat constateren we? Bij de huidige wijze van decentralisatie komt de uitvoering nog verder van de burger af  te staan, want het resulteert in een opschaling en meer afstandelijkheid van UWV’s, ISD’s, jeugdzorg, enz.
Het succes van decentralisatie is afhankelijk van het samenspel tussen Rijk en gemeenten. Bij algemene beleidsdoelen, het stellen van kaders, en de belangrijkste sturingsmechanismen waaronder financiering, ligt de bal bij de landelijke overheid. De lokale organisatie en uitvoering komt voor rekening van de provincies en gemeenten.
Als alle voorzieningen op gemeenteniveau geregeld gaan worden dan leidt dit onvermijdelijk tot een grote diversiteit aan producten, kwaliteiten en procedures voor verstrekking. Dit blijft natuurlijk niet onopgemerkt, want burgers vernemen dat in de ene gemeente meer of andere voorzieningen mogelijk zijn dan in de andere gemeente. De media spelen hier graag op in, om aan te geven dat het systeem discriminerend werkt, en dat bepaalt de beeldvorming. Burgers zullen massaal gaan klagen als ze merken dat in de ene gemeente een betere voorziening tegen een lagere prijs wordt geleverd dan in de andere. Dergelijke signalen worden opgepikt door landelijke politici, die zich niet onbetuigd willen laten. In Kamerdebatten worden de decentrale overheden gelaakt, en om te laten zien dat men spierballen heeft, worden strikte uitvoeringsregels opgesteld en wordt meer controle geëist. De bureaucratische klaagsamenleving draait op volle toeren, zonder dat het probleem wezenlijk is aangepakt.
Hoe het anders en beter kan
De uitvoering van veel regelingen kan worden gedelegeerd. Landelijk moeten kaders voor verstrekking worden gesteld en in middelen worden voorzien. Ook moet nationaal worden geïnvesteerd in professionalisering die gericht is op zelforganisatie en het nemen van verantwoordelijkheid door burgers. De regionale en lokale overheden regisseren en controleren de uitvoering. Goed opgeleide professionals zorgen voor deskundige uitvoering dicht bij de burger. Verder moet duidelijk worden gemaakt wat de burger van de overheid kan verwachten en wat er van hem wordt gevraagd. Dan weet de burger waar hij aan toe is om in verantwoordelijkheid en zelforganisatie het goede voor elkaar te doen en daaraan zin te ontlenen.
Er worden geen oneigenlijke behoeftes geschapen en onnodige opschaling blijft achterwege.  Er kan gewerkt worden in kleine, weinig bureaucratische organisaties, die dienstbaarheid aan de samenleving als kernwaarde uitdragen.
Alles overziend zijn er twee grote uitdagingen. Een ligt bij de landelijke overheid die haar verantwoordelijkheid moet nemen voor de grote wereld en die op eerlijke wijze middelen en diensten moet verdelen en controleren. De andere uitdaging ligt bij de samenlevende burger die zijn verantwoordelijkheid voor de kleine wereld neemt of terugkrijgt. Met als verbindende factor de maatschappelijke professional die tot goed samenleven stimuleert en bij haperingen het juiste zetje weet te geven.

 

Raf Daenen en Willem Vermeulen, auteurs  van het boek “Perspectief op een maatschappij in crisis”.

 

maandag 19 november 2012

Regionale brandweer punt van zorg


Politieke Keuzes:

Vorig jaar hebben we ons als PvdA Oirschot tegen de stroom in uitgesproken voor de verankering van de brandweer.
Beetje bij beetje kan de opschaling haar negatieve consequenties laten zien. Wat te denken van een dag brandweerteam  van professionals en dat in de avond en nacht de vrijwilligers mogen opdraven.
Erger is nog dat de Veiligheidsregio in kader van bezuinigingen af wil van het duikteam. Dom, dom, dom, links of rechts om zal er publiek of privaat in nood situaties gedoken moeten worden. De kans dat er te laat actie ondernomen wordt is groot wanneer zaken uitbesteed worden. Uiteindelijk zal er als individuele gemeente toch betaald moeten worden voor geleverde diensten bij incidenten. En wat betekend het voor de brandweerman die aan de kant staat en achteraf moet zeggen we konden niets doen want de drenkeling lag verder dan 1,5 m uit de kant.
Vergelijkbaar is het stellen van prioriteiten bij de gemeentelijke taken. Het gaat er niet om dat we dingen niet meer doen maar dat we kijken hoe we het anders slimmer  en beter kunnen doen. Als PvdA vinden we dat we met uw hulp als burger dingen anders, goedkoper en beter kunnen uitvoeren.
Onderhoud van de  sportvelden kan een vereniging beter zelf uitvoeren  dan de gemeente. Schoon houden van de wijk en buurt (bv honden poep vrij) kan door bewoners  beter zelf ter hand genomen worden. In regio verband samen optrekken bij bestemmingsplannen, planning en  beheer van de openbare  ruimte,handhaving en vergunning kan professioneler en efficiënter. Ook zorg voor elkaar en opvoeding kan in samenspraak met de directe omgeving beter dicht bij huis gebeuren,  zeker wanneer er professionele ondersteuning dichtbij aanwezig is om op terug te vallen .
Kortom veel van de gemeentelijke verantwoordelijkheden kunnen in groter en kleiner verband in samenwerking met anderen beter gebeuren. Samenwerking om elkaar te versterken als antwoord op een onwenselijke gemeentelijke herindeling.
Ook bij het saneren of verplaatsen van een agrarisch bedrijf kunnen we terug vallen op het begrip samenwerken. Geen bergen met gemeenschapsgeld maar wel samen problemen oplossen. Buren, ondernemers, gemeente en provincie. En als we dan wat middelen vanuit de ruimte voor ruimte pot moeten vrij maken om de zaakjes haalbaar te maken dan doen we dat maar. Fouten besluiten uit het verleden herstellen in functie van de leefbaarheid moet dan maar.
Als PvdA nemen we onze verantwoordelijkheid, wie A zegt moet ook B doen.
 Wilt U met ons meepraten dan bent U op donderdag  22 november om 8u van harte welkom in de zadelmakerij te Oirschot
Namens PvdA Oirschot de Beerzen Raf Daenen 0646298931

woensdag 14 november 2012

Is er veel veranderd: Samenwerken aan samenleven

In deze tijd is een modern socialisme nodig


Raf Daenen: "De oplossingsrichting is samenwerken." foto Ton van de Meulenhof

Socialisme is niet meer van deze tijd. De Partij van de Arbeid heeft het niet voor niets moeilijk. In Nederland kan iedereen voor zichzelf opkomen en dus is er geen behoefte meer aan partijen die zich hard maken voor het algemeen belang.
Klopt dat? Nou, niet echt. Er gaat nog heel wat mis in de samenleving en er zijn steeds meer mensen die het hoofd niet boven water kunnen houden of in elk geval niet volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij.

Er is wel degelijk behoefte aan socialisme, maar dan wel een socialisme van deze tijd. De goede kenmerken van het socialisme van het verleden zullen dus moeten worden aangepast aan het heden.

En wat vraagt de tijd waarin we nu leven dan? In elk geval dat iedereen toegang heeft tot basisvoorzieningen als onderwijs, energie en water, zorg, vervoer, informatie. Dat klinkt logisch, maar is het nog wel zo vanzelfsprekend? In de ijver om te bezuinigen op dit soort voorzieningen, wordt veelal de marktwerking van stal gehaald. Die marktwerking kan positieve effecten hebben, maar er kleven ook risico's aan. Bijvoorbeeld het risico van verlies van professionele deskundigheid wanneer de aanbieder van thuiszorg die met de laagste offerte komt de opdracht krijgt, simpel omdat die aanbieder goedkoper is. Of het risico van het teruglopen van de kwaliteit van het onderwijs, omdat er zo hoognodig marktgericht geconcurreerd moet worden. Ook is er het risico dat diensten (informatie, energie) te duur worden, waardoor ze voor mensen met een smalle beurs nauwelijks nog te betalen zijn.

De samenleving bevindt zich op de top van de liberaliseringsgolf. Alles wordt uitgespeeld op het niveau van het individu en het incident. Het socialisme is een solidariteitsbeweging. Om het socialisme nieuw leven in te blazen, moeten er mensen opstaan die het lef hebben om de solidariteit weer centraal te stellen. Daarover wil ik de discussie aangaan. Binnen mijn eigen partij – bijvoorbeeld in het overleg dat de PvdA-wethouders in de regio eens in de drie maanden hebben – maar ook met een partij als de SP. Het is niet productief om elkaar vliegen af te vangen. De sociale kwestie en de onderliggende thema's zijn daarvoor te belangrijk.

Nijpende problemen vragen samenhangende oplossingen. Bijvoorbeeld de (dreigende) tekorten aan arbeidskrachten in onderwijs en zorg. Onvoldoende kwaliteit en capaciteit in die sectoren is daarvan het logische gevolg. Ook armoede in verschillende vormen (geen dak boven het hoofd, onvoldoende mogelijkheden om te kunnen deelnemen aan de samenleving, uitsluiting) is een probleem van deze tijd. De gevolgen daarvan zijn legio: geweld, criminaliteit, discriminatie, het gevoel van zinloosheid en zelfs fundamentalisme. Simpele oplossingen voor dergelijke problemen zijn er niet. Ik snap wel dat mensen in probleemwijken zich laten verleiden door de gemakkelijke standpunten van partijen als de PVV. Maar die bieden geen echte, samenhangende oplossingen voor uiteenlopende problemen. Wél bieden zij aan mensen die beducht zijn om overspoeld te worden door veranderingen, de kans om een 'tegenstem' uit te brengen.

Het socialisme moet weer de straat op en het gesprek aangaan met de burgers. Dat moet gebeuren zonder te vervallen in 'u vraagt, wij draaien'. Het antwoord op de problemen van deze tijd mag dan niet eenvoudig zijn, de oplossingsrichting is wél duidelijk: samenwerken. Samenwerking tussen burgers en tussen burgers en overheid.

Een overheid die burgers een belangrijke rol wil geven bij het oplossen van problemen, is er niet met het uitvaardigen van een wet die burgers daartoe verplicht. De overheid zal ook voorwaarden moeten scheppen. Op hun beurt dragen burgers niet bij aan oplossingen door voor zichzelf maximale vrijheid te wensen en vervolgens naar de overheid te wijzen wanneer er iets mis gaat.

Een modern socialisme kan de goede voorbeelden geven en juiste condities scheppen voor onderlinge samenwerking en voor optimale deelname van alle burgers aan de samenleving. De 'oude' kenmerken van het socialisme – gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit – passen uitstekend in de huidige tijd. Een wet als de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) gedijt alleen bij zulke uitgangspunten. De WMO gaat ervan uit dat burgers voor zichzelf en elkaar zorgen en dat professionele hulp pas van toepassing is als er echt geen andere mogelijkheden zijn. Maar burgers gaan niet vanzelf voor elkaar zorgen. Daar moet de overheid hen voor uitnodigen en faciliteren.

Solidariteit en saamhorigheid zijn niet uit de samenleving verdwenen. Kijk maar eens in dorpen en stadswijken. Sportactiviteiten, verenigingsleven en de Zonnebloem draaien op vrijwilligers. Die krachten moet je aanspreken. Maar ook de politicus, de leraar, de zorgverlener en de huisarts moeten ergens voor staan. Door de bedrijfsmatige aanpak draait het tegenwoordig om productiviteit. Vijftien jaar geleden werkten in de thuiszorg teams die verantwoordelijk waren voor een dorp of een gedeelte van een stad. Toen was er betrokkenheid en bevlogenheid. In de economische processen van nu heerst een afrekencultuur. Ik wil de bevlogenheid terug. Daarvoor moeten bestuurders het gesprek aangaan met de burgers, duidelijke doelen stellen en als er afspraken gemaakt zijn ook zorgen dat die nagekomen worden. Modern socialisme mag geen nieuwe hype zijn, die weer overwaait.

dinsdag 6 november 2012

Voorleven: voorbeeldig opvoeden


Wie alleen maar kan kruipen, zoekt houvast om te leren lopen. Houvast vergt duidelijke kaders en goede voorbeelden. Voorleven is een uitdaging voor opvoeders, het jongerenwerk, het onderwijs, de politiek en alle maatschappelijke organisaties.

Anders dan over geld en zorgpremies praten wordt het tijd dat ministers eens samen praten over de relatie opvoeden, onderwijs en cultuur en hier een maatschappelijk gedragen visie op  ontwikkelen.

Een pedagogische visie over opvoeden en samenleven.

Ouders vinden dat hun kind bijzonder is, en dus recht heeft op de beste begeleiding of hulp. De kernvraag is of het kind daar altijd beter van wordt. Met lekker sporten in een team kun je soms beter je energie kwijt en leer je vanzelf omgaan met anderen.

Opvoedingscrisis

In onze geïndividualiseerde maatschappij is het opnieuw aanbrengen van structuur in de opvoeding belangrijk, maar wel moeilijk. Vanuit de opvoedingsondersteuning weten we dat jongeren behoefte hebben aan steun en positieve communicatie enerzijds, en duidelijke kaders en toezicht anderzijds.

Volgens hoogleraar Jan Derksen van de Radboud Universiteit doen jeugdigen en hun ouders steeds meer een beroep op advisering en hulpverlening. Het stellen van diagnoses als ADHD, NLD, PDD-NOS, Asperger, of dyslexie gebeurd aan de lopende band.

Bij jongeren zelf  treed het eigen belang, een overtrokken zelfbeeld, en niet kunnen omgaan met teleurstellingen op de voorgrond. Derksen concludeert dat de oorzaak hiervan terug te leiden is naar het ontbreken van structuur in de opvoeding en onzekerheid bij opvoeders die niet meer weten hoe op te voeden en voorbeelden te stellen.

Opvoeden

Een asbak legen op straat? Dat doe je niet. Als je wilt dat je kind zich milieubewust gedraagt.

Het goede voorbeeld geven is niet gemakkelijk. Er heeft in de loop der jaren een verschuiving plaatsgevonden in opvoedingsstijl. Voorheen was de opvoeder heer en meester, nu lijkt het kind te regeren. 

Traditionele aangevers van opvoedkundige kaders, zoals de kerk, artsen, wijkagenten, postbode, onderwijzers, maatschappelijk werkers, toezichthouders,zijn uit het zicht verdwenen. Andere inzichten zoals, vrije opvoeding, het nieuwe leren, marktwerking, automatisering en efficiency heeft deze rolmodellen overbodig gemaakt, of hun handelswijze veranderd.

De jeugd stelt haar eigen kaders, en opvoeders gedogen dit, want het kind moet zich tot een bijzonder individu kunnen ontwikkelen.

Natuurlijk heeft elk kind bijzondere eigenschappen. Maar niet elke eigenschap moet worden  gekoesterd. Ook kinderen moeten leren om te gaan met de minder prettige gevolgen van hun eigenschappen. Hoe helpen we kinderen hun plaats te vinden in de maatschappij, gegeven alle goede en minder goede eigenschappen en voorbeelden in hun omgeving.

Rust, regelmaat en betrokkenheid.

In een complexe samenleving is het richten van alle aandacht op het gezin onvoldoende om structuur en betrokkenheid te creëren. Als voorbeeld de vluchtige internet- en mediacultuur. Niet alles wat op internet staat is waar, en wanneer uitingen op internet niet aan normale fatsoensregels voldoen dan kun je als gezin nog zo goed je best  doen maar je kinderen worden hier wel door beinvloed.

Samenwerken aan samenleven.

Maatschappelijke instanties kunnen dragers zijn van een nieuwe manier van voorleven, en laten zien hoe het anders en beter kan. Werken in groepsverband, en elkaar aanspreken behoeven meer aandacht als tegenhanger van individualisme en communicatie op afstand.

De aloude waarden van rust, regelmaat en betrokkenheid kunnen door scholen, instellingen en verenigingen in een bij deze tijd passende vorm worden uitgedragen. Wie werkzaam is in een maatschappelijke functie kan door voorbeeldgedrag structuur aanbrengen in het leven van mensen die daar moeite mee hebben.

De pers kan een bijdragen leveren door goed onderbouwde informatie te presenteren. En de politiek door genuanceerd en inhoudelijk te debatteren in plaats van inspelen op onderbuikgevoelens en het uitvergroten van incidenten.

Professionaliteit is echte ondersteunende aandacht

Als bureaucratische regels, marktdenken en de ver doorgevoerde protocollaire verantwoording de kern van hun werk aantasten kunnen en moeten professionals in zorg en opvoeding in verzet komen. Zorg is meer dan even een gesprek van vijf minuten. Professionals werken vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid, waar opvoeden en voorleven deel van uitmaken. Het is de taak  van maatschappelijke organisaties deze verantwoordelijkheid te ondersteunen en uit te dragen.

De burger

In een sterk marktgerichte maatschappij worden Burgers geleerd steeds meer voor de eigen rechten op te komen: ”Mijn kind moet het beste van het beste krijgen”. Belangrijke pedagogische uitgangspunten als gemeenschapszin en betrokkenheid veronderstelt juist oog voor alle kinderen, ook die van de buren. Wat is er mooier dan je als (jonge) burger gesteund te voelen door de sociale gemeenschap waar je deel van uitmaakt?

De menselijke maat en duurzaam samenleven zijn belangrijke uitgangspunten bij de opvoeding van onze jonge burgers.

De Overheid

De overheid is medefinancier en regisseur van verschillende dienstverlenende organisaties. De werkelijkheid is echter, dat zorg, welzijn, onderwijs,cultuur en media worden vermarkt en ingekocht op een aanbestedingsmarkt waar moreel besef van ondergeschikt belang is.

Kortom, Nieuwe regering. U zou alles moeten ondernemen om in ons zorg, onderwijs en cultuurbeleid meer aandacht te besteden aan het samen werken aan een prettige en voor iedereen toegankelijke samenleving.


Raf Daenen, Fractievoorzitter PvdA Oirschot, mede auteur perspectief op maatschappij in crisis