Zorg en welzijn op basis van wederzijds vertrouwen.
Raf Daenen en Willem Vermeulen
Professionals in zorg en welzijn moeten meer autonomie in de uitoefening van hun werk krijgen. De organisatie waarbinnen zij werken is in principe dienend ten aanzien van de kernactiviteiten die door professionals worden uitgevoerd. Dat vereist een flexibele, open en lerende organisatie die haar professionals vertrouwt, het professionele handelen ondersteunt en waarin de sleutelfiguren het goede voorbeeld geven.
Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), ligt de nadruk op het vergroten van het zelfoplossend vermogen van mensen of het bijeenbrengen van mensen met eenzelfde belang om hun krachten te versterken.. In het kader van de Wmo heeft de professional de rol van betrokken ondersteuner. Om de ondersteunende rol goed te vervullen moet de professional voldoende speelruimte krijgen.
De organisaties waarbinnen de professionals hun werk verrichten zijn onder invloed van marktwerking en schaalvergroting steeds vaker gericht op controle, efficiency, bezuinigen en protocolisering van het handelen van de professionals. Elk uur moet declarabel zijn en verantwoord worden. De neiging bestaat om de competenties, de aard en de grenzen van het handelen van elke professional uit te schrijven en dat als leidraad voor het functioneren te hanteren.
De organisaties raken gefixeerd op procesmatige sturing en boekhoudkundige controle, om rekenschap te geven aan opdrachtgevers over bestede gelden. De professionals moeten in het organisatieplaatje worden gepast, en hun handelen wordt steeds meer ingekaderd. Daarmee schept de organisatie het beeld dat alles klopt en de bestedingen verantwoord kunnen worden.
De kloof tussen inhoudelijk betrokkenen en deskundigen en de bestuurlijke lagen binnen de organisatie wordt door de verschillen in perspectief vergroot. Het perspectief van de op problemen van groepen of cliënten betrokken werker in het veld verschilt sterk van het perspectief van verantwoording van tijdsbesteding die door de organisatie wordt vereist.
De kloof kan in de huidige praktijk slechts worden gedicht als professionals andere activiteiten verrichten dan ze op verantwoordingsformulieren invullen, of als ze zich aanpassen aan de eisen van de organisatie. In het laatste geval kunnen de belangen van cliënten of groepen in het gedrang komen, en de professional voelt zich daarbij machteloos.
Idealiter wordt de kloof gedicht als organisaties zich heroriënteren. In ons onlangs verschenen boek “Perspectief op een maatschappij in crisis, samen leren, samen werken en samen leven” (Boom-Lemma, 2012) worden voorbeelden gegeven van hoe het anders kan. Zo is er het voorbeeld van kleinschaligheid in de thuiszorg. Buurtzorg Nederland met Almelo als thuisbasis werkt met kleine zelfstandige teams door heel Nederland. De teams zijn klein in omvang en elk team heeft een beperkt aantal cliënten, aan wie zorg op maat wordt geleverd. De cliënten krijgen maar met een beperkt aantal verpleegkundigen te maken. Door de directe contacten en collegiale feedback, blijft de motivatie hoog, en gaat er weinig tijd verloren met overdracht en coördinatie.
Heroriëntering van organisaties betekent dat ze de functie van ondersteunende dienst naar de professionals en cliënten als leidraad voor hun beleid serieus moeten nemen. Het werk van de professionals moet door de organisatie worden gefaciliteerd. Dat betekent dat middelen worden geboden voor het uitvoerende werk, maar ook dat gelegenheid wordt geboden aan professionals om met elkaar samen te werken en van elkaar te leren. Daarvoor is het nodig om organisaties te ontmanagen en te ontbureaucratiseren.
Grote organisaties kunnen leren van de dynamiek van vrijwilligersorganisaties, waar directe betrokkenheid van bestuur of directie bij de werkvloer een kernwaarde is. Daar geven bestuursleden en managers het goede voorbeeld, en worden de professionals direct ondersteund. Evaluatie en toetsing zijn eveneens belangrijke activiteiten. Maar dan wederzijds in het kader van ondersteuning. Evaluatie wordt gericht op verbetering, de groei van professionele competenties en de optimalisatie van de uitvoering met betrekking tot het doel van zorg of welzijn.
Een van de belangrijkste heroriënteringperspectieven is dat de gelijkwaardigheid van medewerkers op alle lagen in de organisatie en het wederzijds vertrouwen verankerd worden in de cultuur van de organisatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten