vrijdag 26 april 2013

wie zoekt mee naar een participerende overheid en verantwoordelijke burgers en professionals.



Oude wijn in nieuwe zakken: of daadwerkelijk investeren in overheidsparticipatie en een actieve gemeenschap.

Managers zijn nog steeds Tayloriaans geschoold en van weinig managers hebben we iets te verwachten als het gaat om nieuwe activerende samenwerkingsconcepten. Sowieso is het de vraag of de huidige organisaties van welzijn en zorg de geëigende organisaties zullen zijn richting toekomst. Het organiseren van netwerken is nog maar aan weinige van de huidige organisaties besteed. Het durven en kunnen denken over de grenzen van de eigen organisatie heen vind maar zelden plaats. Het is gebruikelijk elkaar in een verhevigde concurrentie vliegen af te vangen. Men wil wel samenwerken met anderen als men zelf in het centrum van de macht kan blijven. In deze context worden dan ook veel innovatieve krachten van de werkvloer de nek om gedraaid. Toch krijgt de werkvloer in de breedte van zorg en welzijn steeds meer een hbo –niveau en is bereid en geschoold om nieuwe oplossingen aan te dragen. Jongere Hbo’ers zijn over het algemeen niet zo veel eisen richting toekomst en bereids om enig risico te nemen in functie van hun beroep. Pas wanneer ze regelmatig gefrustreerd worden en het eigen bestaan vraagt om wat meer zekerheid is er sprake van enige verkramping en zoeken naar zekerheid. We kunnen stellen dat de huidige organisaties en hun managers in welzijn en zorg de verkramping in de organisatie verankeren. De regie rol van de gemeente is ook niet je dat, ambtenaren zijn erg juridisch georiënteerd en op verantwoording gefocust. De verwachting dat gemeentelijke organisaties het initiatief nemen in maatschappelijke vernieuwing en het burgers helpen weer verantwoordelijk te worden voor de eigen omgeving lijkt meer op een utopie. Als er vanuit een gemeentelijke organisatie activiteiten richting samenleving plaats vinden is dit zelden verfrissend aansluiten op de kracht van de samenleving. Ambtenaren wonen het liefst niet in de gemeente waar ze werken, laat staan dat ze vanuit eigen beweging aansluiten bij maatschappelijke activiteiten.

DE thuiszorg is kapot aanbesteed, buurtzorg weet voor als nog de dans te ontspringen maar wordt in sneltrein vaart in gezogen binnen de bestaande aanbestedingen en verantwoordingskaders. Het maatschappelijk werk qua professie de bij uitstek geschikte poortwachters van de WMO, is gemarginaliseerd tot een aantal specialismen als schuldhulpverlening, relatie therapie, taakgerichte hulpverlening. Jongerenwerk en jeugdwerk zijn zoekende in een nieuwe ordening van een centrum jeugd en gezin. Aan opbouwwerk is er meer dan ooit behoefte maar het is als professie van de aard bodem verdwenen. RIBW’ s zijn in veel gevallen mini psychiatrische inrichtingen die met het terug brengen van zorg zwaartepakket 3 en 4 richting WMO en immens groot bolwerk dreigen te worden van isolement en eenzaamheid. De Geestelijke Gezondheidszorg heeft zich de laatste jaren op allerlei specialismen gericht echter de kwetsbare gek zit in opvang huizen zwerft op straat of is verzeild geraakt in een gevangenis. De huisarts de voormalige spin in het web verzuipt in hand en spant diensten verstrikt in een bureaucratisch web van indicaties controle en verantwoording, weinig tot geen grip op de 2de lijn en specialismen niet bevoegd om te indiceren, geen tijd om in netwerken te participeren. Het indiceren en registreren aangedreven door semi marktgerichte verzekeraars, kampioenen in het fragmenteren en bureaucratiseren,

Kortom de wereld op zijn kop. Allemaal koninkrijkjes die met alles en iedereen samen willen werken vanuit een eigen werkelijkheid. Toen was er behoefte aan eigen kracht en een participerende overheid met dienstbare netwerkverbanden waar mens en samenleven centraal staan en een beetje beter van worden. Op zoek naar een participerende overheid en verantwoordelijke burgers en professionals.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten