Niet de minsten komen in de problemen.
De ZZP-er moet het op eigen kracht zien
te rooien. Dat is soms een weldoordachte keus, het kan ook een keus zijn die
uit nood is geboren, zoals na ontslag, en soms is het een impuls, vanuit het
aanlokkelijke beeld dat men snel veel geld kan verdienen. Vaak zijn het niet de
minsten die de stap naar ZZP-er durven zetten. Het beeld is dat ZZP-ers,harde
werkers zijn, dat het niet de middelmatigen zijn, maar de creatieven met lef.Met de komst van de ZZP-ers is er in feite niets nieuws onder de zon. Vroeger sprak men van "kleine zelfstandigen".Veel van deze kleine zelfstandigen, vaak winkeliers of ambachtslieden zijn vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw geruisloos verdwenen. Ze zijn zeer tegen hun zin vermalen door de concurrentie van grote bedrijven. De kleine zelfstandigen voelden zich in de kou gezet door een overheid die er niets aan deed om de moordende macht van grote organisaties tegen te gaan. Vrije marktwerking stond toen ook al hoog in het vaandel.
In tijden van arbeidsschaarste kan het aantrekkelijk en verleidelijk zijn om de stap naar ZZP-er te zetten. Er ligt dan werk voor het opscheppen. Zo is het nu voor verzorgenden en verplegenden financieel nog aantrekkelijk om als tweeverdienende ZZP-er de helft meer over te houden dan collega’s met een reguliere baan. Zeker wanneer je kunt meeliften met de sociale voorzieningen van je partner. Dan kan de verplegende net de stap naar een eigen woning wagen. In tijden van overaanbod aan arbeid of onderaanbod aan werk, zoals nu in de bouw of in het transport, worden mensen soms ZZP-er uit nood. Deze ZZP-ers worden uitgeknepen als citroenen. Zij mogen voor een lage vergoeding werk aannemen, want Polen of andere zelfstandigen uit het voormalige Oostblok werken tegen afbraakprijzen. Dus deze Europeanen krijgen de zwarte piet toegespeeld. Maar waar de schoen ook wringt is dat het in je eentje zwaar is om je zaken goed te regelen in een markt met veel aanbod en weinig vraag. Het uitvoerend werk dat men als ZZP-er verricht is slechts het halve werk. De ZZP-er moet ook zijn administratie bijhouden, netwerken, pr verzorgen, zich goed verzekeren, zijn eigen voorzieningen, belastingen en pensioen regelen. Dit vraagt tijd en deskundigheid. Als men als ZZP-er alle uren meerekent, dan werken velen inderdaad voor een hongerloontje.
Er is een groot verschil in soorten ZZP-ers. Zo zijn veel vrachtwagenchauffeurs en bouwvakkers noodgedwongen ZZP-er geworden omdat het bedrijf niet langer wil werken met vast personeel. Veel rijschoolhouders zijn van oudsher ZZP-er. Zij maken doorgaans lange dagen om aan een beetje fatsoenlijk inkomen te geraken. De concurrentie is groot. Daarentegen zijn hoog opgeleide ZZP-ers vaak begonnen omdat ze kansen zien in een speciale niche, waarin ze zich kunnen onderscheiden. Zij doen het vaak relatief goed, al neemt ook hier bij een overaanbod aan arbeidskrachten de concurrentie toe.
Speciale aandacht verdienen jongeren die ZZP-er worden omdat de banen zo schaars zijn. Zij moeten met weinig middelen proberen om hun plek in een soms al overvolle markt te vinden. Omdat ze nog weinig ervaring en een beperkt netwerk hebben, moeten ze veel tijd aan acquisitie en netwerken besteden, ze zijn hier doorgaans wel bedreven in. In die zin zoeken ze hun eigen weg, ze durven risico’s te nemen zoals leningen aangaan of zich niet goed verzekeren, en ze zijn bereid om tegen relatief lage tarieven te werken. Maar als hun plannen mislukken vallen zij in een diep gat omdat ze nog geen reserves of vangnet hebben kunnen opbouwen. Wanneer ze dan ook nog een studieschuld hebben is de ellende vaak niet meer te overzien. Toch menen jonge ZZP-ers dat ze zelf in staat moeten zijn om hun zaken te regelen, daar hebben ze geen vakorganisatie voor nodig. Vaak vinden ze een vakbond iets van de oude generaties.
Verstandige ZZP-ers organiseren zich thans steeds meer in werkverbanden en netwerken. Er zijn speciale ZZP-werkruimtes in verschillende steden, waar ZZP-ers elkaar kunnen ontmoeten, contacten kunnen leggen en van elkaars deskundigheid kunnen profiteren.
Kortom, de 1 miljoen ZZP-ers in verschillende soorten en rangen zijn een groep om rekening mee te houden. Het betreft een groep die behoefte heeft aan onderlinge solidariteit en rechtsbescherming om het hoofd enigszins boven water te houden. Zeker jonge ZZP-ers kunnen wegkwijnen in eenzaamheid. Terwijl juist deze groep een bijdrage kan leveren aan de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. De politiek met de Minister van Sociale Zaken voorop zal hier op in moeten spelen. Maar ook is het belangrijk dat nieuwe vormen van organiseren vanuit de vakbonden aandacht krijgen, in het bijzonder voor de jonge zelfstandige ZZP-er. Voor deze groep geldt de al oude boodschap: samen sta je sterker dan alleen en het is wenselijk om samen een vuist te maken om de basis voor het werk als ZZP-er richting opdrachtgevers en overheid beter te regelen.
Raf Daenen
Willem Vermeulen
Vakbond zzp'ers moet dit doen: pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering bieden op vertrouwenwekkende manier. Moet wet voor veranderd worden, maar why not? Niet allerlei trainingen, juridisch advies, enzo, die kun je beter op de markt inkopen; tenzij de vakbond dat kostendekkend aanbied tegen 'urtje factuurtje'. Ook geen bureaucratie, slechts een paar lobbyisten.
BeantwoordenVerwijderen